498 lines
26 KiB
Markdown
498 lines
26 KiB
Markdown
# Reglement van Orde Partijraad BIJ1, vastgesteld 30-10-2022
|
|
|
|
# Hoofdstuk 1 Dag, uur en plaats vergadering
|
|
|
|
## Artikel 1 Planning en frequentie
|
|
|
|
1. De partijraad komt tenminste vier keer per jaar
|
|
en verder zo vaak het bestuur en/of de raad dit wenselijk acht
|
|
samen op een partijraadsvergadering.
|
|
1. Tenminste vier partijraadsvergaderingen per jaar vinden fysiek plaats,
|
|
tenzij zwaarwegende omstandigheden, zoals de volksgezondheid,
|
|
dit onmogelijk of onwenselijk maken.
|
|
1. Leden van de partijraad kunnen eventuele reiskosten naar partijraadsvergaderingen,
|
|
binnen de grenzen van de redelijkheid, vergoed krijgen.
|
|
1. Partijraadsleden wordt altijd de mogelijkheid geboden vergaderingen
|
|
digitaal volwaardig bij te wonen.
|
|
1. Partijraadsvergaderingen worden gefaciliteerd door het partijbureau.
|
|
|
|
## Artikel 2 Openbaarheid
|
|
|
|
1. De vergaderingen van de partijraad van Bij1 zijn
|
|
openbaar voor alle partijleden, tenzij de partijraad anders besluit.
|
|
1. Het partijbureau faciliteert de praktische zaken omtrent
|
|
openbaarheid van de vergaderingen,
|
|
zowel van digitale als fysieke en hybride vergaderingen.
|
|
1. Vertrouwelijke informatie en documenten waarover geheimhouding is afgesproken
|
|
worden alleen besproken in besloten vergaderingen
|
|
of delen van de vergadering die besloten zijn.
|
|
|
|
## Artikel 3 Bekendmaking
|
|
|
|
1. De datum van een geplande partijraadsvergadering wordt
|
|
tegelijk met de uitnodiging openbaar gemaakt aan de leden van BIJ1.
|
|
1. Partijleden kunnen verdere informatie, zoals tijd en locatie,
|
|
opvragen bij het partijbureau.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 2 Voorbereiding vergadering
|
|
|
|
## Artikel 4 Agenda
|
|
|
|
1. Het tot stand komen van de agenda van de vergadering van de
|
|
partijraad is beschreven in het Huishoudelijk Reglement.
|
|
|
|
## Artikel 5 Verzending agenda en stukken
|
|
|
|
1. De uitnodiging, de agenda en de daarvoor in aanmerking komende
|
|
op de agenda betrekking hebbende stukken worden door het partijbureau
|
|
op tijd aan de leden van de partijraad toegezonden.
|
|
Richtlijn is ten minste tien dagen voor de vergadering waarin de behandeling plaatsvindt.
|
|
1. Indien er stukken zijn die omwille van
|
|
de privacy, veiligheid of andere zwaarwegende redenen
|
|
niet verstuurd kunnen worden naar de leden van de partijraad,
|
|
worden deze stukken ter inzage gelegd op één of meerdere locaties,
|
|
waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden
|
|
met de bereikbaarheid voor alle leden van de partijraad.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 3 Vergadering
|
|
|
|
## Artikel 6 Vergaderorde
|
|
|
|
1. Onmiddellijk na binnenkomst tekent ieder aanwezig lid
|
|
de presentielijst die wordt bijgehouden door de
|
|
als secretaris optredende vertegenwoordiger van het partijbureau
|
|
(hierna genoemd als ***secretaris***).
|
|
De secretaris schrijft de naam van eventuele digitaal aanwezige leden bij.
|
|
1. Tot het moment dat de leden een voorzitter uit hun midden gekozen hebben,
|
|
treed de secretaris op als tijdelijke voorzitter.
|
|
De taak en bevoegdheid van de secretaris in hun rol als tijdelijke voorzitter is enkel
|
|
het faciliteren van de verkiezing van een voorzitter door de leden van de partijraad.
|
|
1. De vergadering wordt op de vastgestelde tijd door de voorzitter geopend.
|
|
1. Indien op of kort na het tijdstip waarop de vergadering van de partijraad,
|
|
overeenkomstig artikel 2, zou beginnen, uit de presentielijst blijkt
|
|
dat niet tenminste de helft van het aantal leden van de partijraad aanwezig is
|
|
leest de voorzitter de namen van de afwezige leden op.
|
|
1. In het derde lid bedoelde geval en in andere buitengewone gevallen
|
|
is raad bevoegd het startmoment van de vergadering nader vast te stellen.
|
|
1. Indien op of kort na het tijdstip waarop de vergadering van de partijraad,
|
|
overeenkomstig artikel 2 danwel artikel 6 lid 4,
|
|
zou beginnen, uit de presentielijst blijkt
|
|
dat niet tenminste een kwart van het aantal leden van de partijraad aanwezig is
|
|
sluit de voorzitter de vergadering.
|
|
1. Indien op of kort na het tijdstip waarop de vergadering van de partijraad,
|
|
overeenkomstig artikel 2 danwel artikel 6 lid 4, zou beginnen,
|
|
uit de presentielijst blijkt dat niet tenminste de helft
|
|
maar wel meer dan een kwart van het aantal leden van de partijraad aanwezig is
|
|
stemmen de aanwezige leden met een eenvoudige meerderheid
|
|
of de vergadering voortgang heeft of sluit.
|
|
1. Indien een lid de vergadering vóór de sluiting verlaat,
|
|
dan stelt dit lid de voorzitter hiervan in kennis.
|
|
De voorzitter stelt hiervan vervolgens de raad in kennis.
|
|
1. Indien door het voortijdig verlaten van de vergadering door een partijraadslid
|
|
het quorum zoals bedoeld in 4, 5, 6, en 7 vervalt,
|
|
dan treden de procedures die in deze leden worden beschreven niet in werking.
|
|
|
|
## Artikel 7 Voorzitter
|
|
|
|
1. Tot de taken van de voorzitter behoren:
|
|
|
|
1. het leiden van de vergadering;
|
|
1. het handhaven van de vergaderorde;
|
|
1. het vaststellen van de uitslag van stemmingen;
|
|
1. het schorsen van de vergadering;
|
|
1. Het openen en sluiten van de vergadering
|
|
|
|
## Artikel 8 Secretaris
|
|
|
|
Een afgevaardigde van het partijbureau functioneert als secretaris.
|
|
Bij alle vergaderingen van de partijraad is een secretaris aanwezig.
|
|
De secretaris is onder andere verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen.
|
|
|
|
## Artikel 9 Raadscontactcommissie of raadscontactpersoon.
|
|
|
|
De partijraad stelt uit haar midden een raadscontactcommissie samen
|
|
of verkiest uit haar midden een raadscontactpersoon die tussen de vergaderingen
|
|
kan functioneren als aanspreekpunt voor het partijbestuur en het partijbureau
|
|
en kan bijdragen aan onder andere de praktische organisatie van de vergaderingen
|
|
en de communicatie tussen de raad en andere partijorganen.
|
|
Deze raadscontactcommissie of raadscontactpersoon
|
|
heeft geen andere autoriteit of macht dan ieder ander lid van de partijraad,
|
|
en heeft enkel een faciliterende rol.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 4 Beraadslaging
|
|
|
|
## Artikel 10 Notulen, stukken en lijst van toezeggingen en bijlagen
|
|
|
|
1. In de notulen moet in ieder geval opgenomen worden:
|
|
|
|
1. de agenda zoals deze is vastgesteld door de vergadering;
|
|
1. de namen van de leden die aanwezig zijn en van de leden die afwezig zijn;
|
|
1. de naam van de gekozen voorzitter;
|
|
1. de naam van de door het partijbureau afgevaardigde secretaris;
|
|
1. de namen en hoedanigheid van anderen die aanwezig zijn
|
|
met het doel om deel te nemen aan de beraadslagingen,
|
|
ongeacht of zij daadwerkelijk deelnemen aan de beraadslaging;
|
|
1. een beknopte opgave van de inhoud van de ingekomen stukken en gedane mededelingen;
|
|
1. een omschrijving van de gedane voorstellen en kennisgevingen;
|
|
1. een weergave van de gevoerde beraadslagingen en gemaakte opmerkingen;
|
|
1. de uitslag van de gehouden stemmingen
|
|
met vermelding van de namen van de leden
|
|
die bij mondelinge hoofdelijke stemmingen zich voor of tegen verklaarden
|
|
of de vermelding dat het besluit werd genomen zonder hoofdelijke stemming,
|
|
waarbij van de leden die daartoe de wens te kennen hebben gegeven
|
|
aantekening wordt gemaakt, dat zij geacht worden voor- of tegen te hebben gestemd;
|
|
1. de inhoud van eventuele stemverklaringen;
|
|
1. de inhoud van de genomen besluiten;
|
|
1. de inhoud van eventuele door het partijbestuur in de partijraad gedane
|
|
mondelinge beantwoording- of toelichting van schriftelijke of mondelinge vragen
|
|
van de partijraad of partijraadsleden.
|
|
1. de in de vergadering gedane toezeggingen en de termijn
|
|
waarop is toegezegd deze ten uitvoer te brengen.
|
|
|
|
1. Bij de notulen kunnen bijlagen worden toegevoegd.
|
|
Deze bijlagen bevatten in ieder geval
|
|
|
|
1. De lijst van ingekomen en in de vergadering behandelde stukken.
|
|
1. Alle ingekomen stukken.
|
|
1. Alle in de vergadering behandelde stukken.
|
|
1. De notulen van eventuele partijraadscommissies.
|
|
|
|
1. De notulen en de bijlagen worden zo spoedig mogelijk na de vergadering
|
|
aan alle partijraadsleden toegezonden.
|
|
Hierbij wordt door de secretaris gemotiveerd aangegeven
|
|
welke delen van de notulen en de bijlagen hen niet wil verstrekken aan alle partijleden,
|
|
maar besloten wil houden.
|
|
|
|
1. Na toezending hebben raadsleden 3 dagen de mogelijkheid
|
|
om schriftelijk aan de secretaris kenbaar te maken
|
|
of de notulen en de bijlagen in hun ogen
|
|
ontbrekende en/of onjuiste elementen bevatten,
|
|
en of er delen van de notulen en bijlagen zijn
|
|
die in hun ogen wel of juist niet openbaar zouden moeten zijn.
|
|
Indien geen van de raadsleden binnen 3 dagen
|
|
na toezending van de herziene notulen bezwaar aantekent
|
|
worden de notulen en de bijlagen geacht te zijn aangenomen.
|
|
De secretaris zendt de raad hierna zo spoedig mogelijk herziene notulen en bijlagen toe,
|
|
of motiveert waarom de eerder toegezonden notulen in hun ogen volledig en correct zijn
|
|
en hun oordeel over het al dan niet besloten houden
|
|
van delen van de notulen en bijlagen correct is.
|
|
|
|
1. Indien geen van de raadsleden binnen 3 dagen
|
|
na toezending van de herziene notulen bezwaar aantekent
|
|
worden de notulen en de bijlagen geacht te zijn aangenomen.
|
|
Indien een of meerdere raadsleden bezwaar aantekenen
|
|
worden de notulen en de bijlagen op de eerstvolgende
|
|
partijraadsvergadering behandeld en in stemming gebracht.
|
|
Notulen en de bijlagen behorende bij een besloten vergadering
|
|
of bij een besloten deel van de vergadering
|
|
worden in een besloten deel van een vergadering behandeld.
|
|
|
|
1. Aangenomen notulen en de bijlagen worden de secretaris en de gekozen
|
|
voorzitter van de in de notulen beschreven vergadering ondertekend.
|
|
|
|
## Artikel 11 Ingekomen stukken
|
|
|
|
1. Alle aan de partijraad toegekomen stukken worden op een lijst geplaatst
|
|
die met de uitnodiging ex artikel 5 aan de partijraadsleden wordt toegezonden.
|
|
1. Aan de partijraad toegekomen stukken worden door de partijraad
|
|
ter vergadering ter kennisneming aangenomen.
|
|
|
|
## Artikel 12 Voorstellen
|
|
|
|
1. Ieder aanwezig lid van de partijraad heeft het recht
|
|
tijdens de vergadering ten aanzien van de op de agenda geplaatste onderwerpen
|
|
moties in te dienen en in stemming te brengen.
|
|
1. Ieder aanwezig lid van de partijraad heeft het recht
|
|
in de vergadering moties in te dienen
|
|
over andere onderwerpen dan op de agenda is vermeld en in stemming te brengen.
|
|
1. Ieder aanwezig lid van de partijraad heeft het recht
|
|
tijdens de vergadering ten aanzien van de op de agenda geplaatste onderwerpen
|
|
voorstellen te doen.
|
|
1. Ieder aanwezig lid van de partijraad heeft het recht
|
|
in de vergadering voorstellen te doen
|
|
over andere onderwerpen dan op de agenda is vermeld.
|
|
1. Indien de partijraad over de in lid 3 en 4 bedoelde voorstellen niet onmiddellijk beslist,
|
|
vindt de beslissing zoveel mogelijk in de daarna volgende vergadering plaats.
|
|
1. Ieder lid heeft tijdens de vergadering op ieder moment het recht
|
|
voorstellen over de orde van de vergadering te doen en in stemming te brengen.
|
|
|
|
## Artikel 13 Beraadslaging
|
|
|
|
1. Partijraadsleden kunnen derden uitnodigen
|
|
deel te nemen aan de beraadslagingen of deel van de beraadslagingen.
|
|
De partijraad bepaalt ter vergadering met een eenvoudige meerderheid van stemmen
|
|
of een genodigde derde wordt toegelaten tot de beraadslagingen of een deel van de beraadslagingen.
|
|
Uitgenodigde en toegelaten derden die geen lid zijn van de partijraad geen stemrecht,
|
|
noch hebben zij het recht om voorstellen te doen of moties of ordemoties in te dienen.
|
|
1. De beraadslaging over voorstellen, moties en amendementen,
|
|
die in onderdelen of artikelen zijn gesplitst,
|
|
gebeurt zo nodig over het voorstel in het algemeen
|
|
en vervolgens over de onderdelen of artikelen.
|
|
1. De beraadslaging wordt gehouden in twee instanties
|
|
tenzij de voorzitter van de vergadering, gehoord de vergadering, anders beslist.
|
|
1. Een lid dat in tweede instantie voor de eerste maal het woord voert,
|
|
wordt geacht voor de tweede maal over hetzelfde onderwerp te spreken.
|
|
1. Het bepaalde in de lid 3 en 4 is niet van toepassing op de voorzitter van de vergadering.
|
|
1. De voorzitter van de vergadering kan, de partijraad gehoord,
|
|
besluiten de spreektijd van de leden te beperken.
|
|
1. Eventuele beperkingen aan de spreektijd
|
|
gelden niet voor de voorzitter van de vergadering
|
|
en voor het bij het onderwerp dat besproken wordt betrokken lid
|
|
of de bij het onderwerp dat besproken wordt betrokken derde.
|
|
1. De voorzitter kan een interruptie uitdrukkelijk of stilzwijgend toelaten.
|
|
1. Zodra een eventueel voor de spreker gestelde spreektijd,
|
|
zoals beschreven in lid 6, is verstreken,
|
|
moet deze op uitnodiging van de voorzitter van de vergadering direct de bijdrage beëindigen.
|
|
1. De voorzitter van de vergadering, het betrokken lid van de partijraad
|
|
of degene die een voorstel heeft gedaan,
|
|
beantwoordt (zowel in eerste als in latere instanties),
|
|
nadat de verschillende sprekers en alle leden die dat wensen,
|
|
het woord hebben gevoerd over het aan de orde zijnde onderwerp,
|
|
tenzij de voorzitter, gehorende de vergadering, anders bepaalt.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 5 Besluitvorming
|
|
|
|
## Artikel 14 Besluitvorming algemeen
|
|
|
|
1. Bij het nemen van besluiten heeft ieder aanwezig lid van de partijraad een (1) stem.
|
|
1. Leden die niet bij een vergadering aanwezig kunnen zijn,
|
|
hebben het recht een ander lid te machtigen om namens hen te stemmen.
|
|
Hiervoor moet een schriftelijke machtiging opgesteld worden door het afwezige lid
|
|
dat het gemachtigde lid bij zich moet hebben op de vergadering.
|
|
Een lid mag namens maximaal 1 ander lid een stem uitbrengen.
|
|
1. De besluitvorming vindt in de regel plaats bij een simpele meerderheid van stemmen
|
|
van zowel de gewone partijraadsleden
|
|
als de partijraadsleden die afgevaardigd zijn door de afdelingen,
|
|
tenzij in de statuten, het huishoudelijk reglement
|
|
of in dit Reglement van Orde anders is bepaald.
|
|
1. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk,
|
|
indien geen van de aanwezige stemgerechtigden hier bezwaar tegen heeft.
|
|
1. Elk lid is bevoegd voordat tot stemming wordt overgegaan
|
|
een stemverklaring af te leggen.
|
|
1. Mondeling stemming gebeurt door de leden naar hun volgorde op de presentielijst.
|
|
1. Een lid brengt bij mondelinge stemmingen de stem uit
|
|
met het woord "voor" of "tegen" zonder enige bijvoeging.
|
|
1. Indien een of meerdere leden digitaal aanwezig zijn en een van hen dit wenselijk acht
|
|
wordt de mogelijkheid voor digitaal stemmen geboden.
|
|
1. Wanneer bij de eerste stemming de stemmen staken, wordt tot een herstemming overgegaan.
|
|
1. Indien ook bij herstemming de stemmen staken, stemt het partijbestuur met 1 stem mee.
|
|
|
|
## Artikel 15 Stemmen over zaken
|
|
|
|
1. Indien geen stemming wordt gevraagd kunnen één of meer leden aantekening wensen
|
|
dat zij geacht worden voor- of tegen te hebben gestemd.
|
|
1. De stemming vindt achtereenvolgens plaats
|
|
over subamendementen, amendementen en voorstellen
|
|
met dien verstande dat over subamendementen, amendementen en voorstellen
|
|
met de verste strekking het eerst wordt gestemd.
|
|
1. Wordt een voorstel van verdere strekking aangenomen,
|
|
dan vervallen de minder ver strekkende voorstellen.
|
|
|
|
## Artikel 16 Stemmen over personen
|
|
|
|
1. Stemming over personen vindt schriftelijk of digitaal plaats,
|
|
waarbij het stemgeheim wordt gewaarborgd.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 6 Besloten vergaderingen
|
|
|
|
## Artikel 17 Besloten vergaderingen
|
|
|
|
1. Middels een ordevoorstel kan de vergadering besluiten
|
|
de vergadering of een gedeelte van de vergadering besloten te voeren,
|
|
wanneer zij daartoe zwaarwegende redenen ziet.
|
|
1. Op een besloten vergadering of een besloten gedeelte van de vergadering
|
|
zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing
|
|
voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn
|
|
met het besloten karakter van de vergadering.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 7 Digitale vergaderingen
|
|
|
|
## Artikel 18 Digitaal vergaderen
|
|
|
|
1. De partijraad is bevoegd te besluiten een vergadering digitaal te voeren.
|
|
|
|
## Artikel 19 Storing bij hoofdelijke stemming
|
|
|
|
1. Indien door technische redenen een partijraadslid
|
|
onverhoopt niet in staat is mondeling een stem uit te brengen,
|
|
gaat de voorzitter van de vergadering door naar het volgende partijraadslid.
|
|
1. Nadat alle andere aanwezige partijraadsleden gevraagd zijn
|
|
hun mondelinge stem uit te brengen
|
|
controleert de voorzitter of de technische problemen
|
|
bij het lid dat nog geen stem heeft uitgebracht
|
|
of de leden die nog geen stem hebben uitgebracht,
|
|
maar wel deelnam aan de vergadering, zijn verholpen.
|
|
Indien de technische problemen zijn verholpen,
|
|
krijgt het lid of de leden nogmaals de kans mondeling een stem uit te brengen.
|
|
1. Indien in het in lid 2 bedoelde geval
|
|
de technische problemen nog niet zijn verholpen,
|
|
en de stem van het lid of de leden niet doorslaggevend kan zijn,
|
|
wordt de stemming gesloten en de uitslag vastgelegd.
|
|
Zo snel mogelijk na de stemming krijgt het lid of de leden
|
|
de kans aan te geven hoe ze willen worden geacht gestemd te hebben.
|
|
1. Indien de stem van een lid of de leden die
|
|
door een technische storing, zoals bedoeld in lid 2 en 3,
|
|
wel doorslaggevend kan zijn wordt de stemming van onwaarde geacht
|
|
en wordt het besluit op de eerstvolgende vergadering
|
|
of op een moment voor de eerstvolgende partijraadsvergadering
|
|
via een schriftelijke consultatie als bedoeld in artikel 25, van dit reglement,
|
|
opnieuw in stemming gebracht.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 8 Inwinnen inlichtingen
|
|
|
|
## Artikel 20 Inlichtingen
|
|
|
|
1. Indien een lid van de partijraad inlichtingen wenst
|
|
van het partijbestuur of van een lid van het partijbestuur
|
|
over een onderwerp in een vergadering van de partijraad,
|
|
dient het lid daartoe ten minste drie dagen vóór aanvang van de vergadering
|
|
een verzoek via het partijbureau of de bestuurssecretaris in.
|
|
1. Bij spoedeisende gevallen dient het verzoek,
|
|
onder vermelding van het onderwerp,
|
|
ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering
|
|
via het partijbureau of de partijsecretaris te worden ingediend.
|
|
1. De inlichtingen worden in de eerste vergadering
|
|
na het indienen van het verzoek verstrekt.
|
|
Indien dit niet mogelijk is motiveert het partijbestuur of het partijbestuurslid
|
|
waarom dit niet mogelijk is,
|
|
en worden de inlichtingen zo snel mogelijk
|
|
en binnen een op de vergadering overeengekomen termijn
|
|
mondeling of schriftelijk verstrekt.
|
|
1. Indien de gevraagde inlichtingen mondeling in de vergadering worden verstrekt,
|
|
dan worden deze als zodanig en voldoende duidelijk opgenomen in de notulen.
|
|
1. Indien een lid van de partijraad buiten de orde van een vergadering
|
|
mondeling of schriftelijk inlichtingen verzoekt,
|
|
dan stelt het partijbureau de leden van de partijraad daarvan
|
|
zo spoedig mogelijk in kennis.
|
|
1. Inlichtingen worden aan alle leden van de partijraad verstrekt,
|
|
tenzij er zwaarwegende redenen zijn dit niet te doen
|
|
en de partijraad met een eenvoudige meerderheid van stemmen
|
|
het besluit neemt de inlichtingen niet aan alle leden van de partijraad te verstrekken.
|
|
|
|
## Artikel 21 Schriftelijke vragen
|
|
|
|
1. Ieder lid van de partijraad heeft het recht
|
|
aan het bestuur of aan leden van het bestuur schriftelijk vragen te stellen.
|
|
Deze vragen dienen via het partijbureau, via de bestuurssecretaris,
|
|
of, in bijzondere gevallen, via een bestuurslid te worden ingediend.
|
|
1. Ieder lid van de partijraad heeft het recht
|
|
het bestuur of leden van het bestuur te vragen documenten te verstrekken.
|
|
Deze documenten kunnen via het partijbureau,
|
|
de bestuurssecretaris of een bestuurslid worden opgevraagd.
|
|
1. De vragen worden zo snel mogelijk,
|
|
uiterlijk op de 28e dag nadat ze zijn ingediend, schriftelijk beantwoord.
|
|
1. De documenten worden zo snel mogelijk,
|
|
uiterlijk op de 28e dag nadat ze zijn opgevraagd, schriftelijk verstrekt.
|
|
1. Het bestuur stuurt het antwoord dan wel de documenten
|
|
zo snel mogelijk schriftelijk naar de leden van de partijraad.
|
|
De raad kan het bestuur de opdracht geven
|
|
hun antwoord dan wel de documenten mondeling toe te lichten
|
|
op de eerstvolgende vergadering van de raad.
|
|
Het bestuur kan ook uit eigen beweging de raad toestemming vragen
|
|
de ruimte te bieden haar antwoorden mondeling toe te lichten
|
|
op de eerstvolgende partijraadsvergadering.
|
|
Indien de eerstvolgende partijraadsvergadering
|
|
binnen de beantwoordingstermijn zoals genoemd in lid 2 van dit artikel valt
|
|
kan het bestuur de raad toestemming vragen de ruimte te bieden
|
|
haar antwoorden mondeling te geven op deze partijraadsvergadering.
|
|
1. Indien beantwoording dan wel verstrekking van de documenten
|
|
binnen de vastgelegde termijn niet mogelijk is
|
|
maakt het bestuur dit zodra dit hen dit duidelijk wordt
|
|
schriftelijk en met opgaaf van reden kenbaar aan de partijraad.
|
|
1. Indien beantwoording dan wel verstrekking van de documenten
|
|
binnen de genoemde termijn redelijkerwijs niet mogelijk is,
|
|
gebeurt dit zo spoedig mogelijk daarna.
|
|
Indien dit niet is gebeurt voor de eerstvolgende partijraadsvergadering
|
|
ligt het bestuur op deze vergadering mondeling de reden toe.
|
|
1. Indien er tegen beantwoording dan wel verstrekking van de documenten bezwaar bestaat,
|
|
wordt dit de vraagsteller dan wel opvrager en alle leden van de partijraad
|
|
onder opgave van redenen schriftelijk medegedeeld,
|
|
en ligt het bestuur dit mondeling toe op de eerstvolgende partijraadsvergadering.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 9 Schriftelijke consultatie
|
|
|
|
## Artikel 22 Schriftelijke consultatie
|
|
|
|
1. Het bestuur is bevoegd, in overleg met de partijraad,
|
|
te besluiten tot schriftelijke consultatie indien er
|
|
met uitzondering van de notulen van de voorgaande vergadering en voortgang in de toezeggingen
|
|
geen agendapunten zijn die een vergadering van de partijraad noodzakelijk maken.
|
|
1. Het bestuur kan in spoedeisende gevallen besluiten tot schriftelijke consultatie.
|
|
1. Schriftelijke consultatie vindt alleen plaats
|
|
als van de leden geen verzoeken voor beraadslagingen zijn ontvangen.
|
|
1. Het bestuur informeert de leden van de partijraad
|
|
wanneer er geen verzoeken voor beraadslagingen zijn ontvangen
|
|
en consulteert daarbij de leden van de partijraad schriftelijk over de voorstellen.
|
|
Het bestuur verschaft daarbij op verzoek van de leden van de partijraad aanvullende informatie.
|
|
1. Bij de schriftelijke consultatie over de voorstellen
|
|
geven de leden van de partijraad uitsluitend aan
|
|
of zij 'voor' of 'tegen' zijn of zich 'onthouden'.
|
|
1. Het bestuur biedt de voorstellen met de uitkomst van de schriftelijke consultatie
|
|
in de eerstvolgende openbare vergadering van de partijraad voor bekrachtiging aan.
|
|
|
|
## Artikel 23 Commissies
|
|
|
|
1. De partijraadsvergadering is bevoegd partijraadscommissies op te richten en op te heffen.
|
|
Partijraadscommissies vallen onder de verantwoordelijkheid van de partijraad.
|
|
1. De partijraad houdt ook bij de vorming van partijraadscommissies
|
|
rekening met representatie, diversiteit en inclusiviteit.
|
|
Indien blijkt dat de samenstelling van de commissie weinig divers is,
|
|
dient de partijraad ofwel te zoeken naar deze diversiteit,
|
|
ofwel het vormen van deze commissie uit te stellen.
|
|
1. Leden van de partijraad zijn vrij lid te worden van iedere partijraadscommissie,
|
|
tenzij de partijraad anders beslist.
|
|
1. Partijraadscommissies kunnen, indien de partijraad dit wenselijk acht,
|
|
derden betrekken, die geen lid zijn van de partijraad.
|
|
Deze derden dienen lid te zijn van de partij.
|
|
1. De partijraad kan ook commissies vormen die volledig uit derden bestaan.
|
|
Deze derden dienen lid te zijn van de partij.
|
|
1. Notulen van de partijraadscommissies worden gedeeld met de partijraad
|
|
1. Partijraadscommissies hebben geen zelfstandig recht besluiten te nemen namens de raad,
|
|
maar kunnen bijvoorbeeld de taak krijgen
|
|
onderzoek te doen voor-, voorstellen te doen aan- en adviezen uit te brengen aan de raad.
|
|
|
|
# Hoofdstuk 10 Slotbepalingen
|
|
|
|
## Artikel 24 Geschillen over toepassing, onvoorziene gevallen en afwijken van het Reglement van Orde
|
|
|
|
1. Indien het reglement van orde partijraad BIJ1 conflicteert met
|
|
het Huishoudelijk Reglement BIJ1 en/of de Statuten van BIJ1
|
|
hebben het Huishoudelijk Reglement en/of de statuten
|
|
altijd voorrang op het reglement van orde partijraad BIJ1.
|
|
1. Bij een geschil over de toepassing van het reglement van orde partijraad BIJ1
|
|
en in de gevallen waarin het reglement van orde partijraad BIJ1 niet of niet voldoende voorziet
|
|
beslist de voorzitter van de vergadering.
|
|
1. Indien een of meerdere leden het oneens zijn over het oordeel van de voorzitter
|
|
bepaalt de vergadering met een simpele meerderheid van stemmen
|
|
hoe het reglement moet worden toegepast en/of hoe een zaak
|
|
waarin het reglement van orde niet voldoende voorziet moet worden behandeld.
|
|
1. De partijraad kan met een simpele meerderheid van stemmen
|
|
besluiten af te wijken van het reglement van orde.
|
|
|
|
## Artikel 25 Toegankelijkheid
|
|
|
|
De partijraadsvergadering is toegankelijk voor alle leden van de partijraad,
|
|
ook met betrekking tot de locatie van de vergadering.
|
|
Hiertoe worden tijdig stappen ondernomen, voor bijvoorbeeld schrijf- en gebarentolken,
|
|
toegankelijke visuele presentaties en andere benodigdheden.
|
|
|
|
## Artikel 25 Inwerkingtreding
|
|
|
|
Dit reglement treedt in werking op de eerste dag nadat het door de partijraad is aangenomen.
|
|
|
|
## Artikel 26 Wijziging
|
|
|
|
Wijziging en vervanging van het reglement van orde partijraad BIJ1
|
|
vindt plaats middels een simpele meerderheid van ter vergadering aanwezige partijraadsleden.
|
|
Wijzigingen en vervangingen van het Reglement van orde Partijraad BIJ1
|
|
treden in werking op de eerste dag nadat ze door de partijraad zijn aangenomen,
|
|
tenzij de partijraad anders bepaalt.
|
|
|
|
## Artikel 27 Inzien door leden
|
|
|
|
Het reglement van orde partijraad BIJ1 is te allen tijde op de website van de partij beschikbaar.
|
|
|
|
## Artikel 28 Citeertitel
|
|
|
|
Dit reglement wordt aangehaald als *reglement van orde partijraad BIJ1*.
|