Go to file
Kiara Grouwstra a6b9913170
ci/woodpecker/push/woodpecker Pipeline was successful Details
WVH Mick, Verbeteren Contributie.
Het huidige HHR (Huishoudelijk reglement) eist, net als de statuten,
dat de hoogte van de contributie _jaarlijks_ wordt herzien door de ALV (algemene vergadering).
In de praktijk gebeurt dit niet, en dit is ook niet nodig.

Het zet een slecht precedent wanneer er regels
bestaan die stelselmatig niet worden gevolgd,
daarom zou het beter zijn deze regel uit
zowel het HHR als de statuten te schrappen.

De partijraad gaat slechts over het HHR,
en om te voorkomen dat wanneer de statuten op enig moment
op dit punt worden aangepast het HHR ook moet worden gewijzigd,
stel ik voor de regel om de contributie
jaarlijks te veranderen alvast uit het HHR te halen.

Daarnaast is de bewoording van het artikel over
contributie in het HHR niet helemaal duidelijk,
en is er een dubbeling met het artikel over de algemene vergadering.
2022-12-03 21:03:39 +01:00
.gitignore ignore markdown tex temp files 2022-07-28 19:32:40 +02:00
.gitmodules CI: submodule 2022-10-31 00:27:02 +01:00
.woodpecker.yml CI: submodule 2022-10-31 00:27:02 +01:00
README.md WVH Mick, Verbeteren Contributie. 2022-12-03 21:03:39 +01:00
main.tex + tex files 2022-07-28 19:44:22 +02:00
md.sty + tex files 2022-07-28 19:44:22 +02:00
metadata.txt externalize title to pandoc metadata 2022-07-22 00:20:14 +02:00
stripes.png + stripes 2022-07-28 10:45:29 +02:00
style.css style 2022-07-28 10:00:35 +02:00

README.md

LIDMAATSCHAP EN CONTRIBUTIE

Artikel 1. lidmaatschap

  1. Het bestuur beslist over het toelaten van leden, zoals bepaald in artikel 4 van de statuten.

  2. Het kan redelijkerwijs niet van de vereniging gevergd worden een persoon als lid toe te laten of het lidmaatschap van een persoon te laten voortduren wanneer de ideeën, gedragingen en uitingen van de persoon in kwestie strijdig zijn met de grondbeginselen van BIJ1.

  3. Bestaat tegen toelating geen bezwaar dan bevestigt het partijbureau vervolgens dat hen is aangenomen als lid van de vereniging.

  4. Bestaat tegen toelating wel bezwaar dan stelt het partijbureau de betrokkene hiervan in kennis en wijst hen tevens op de mogelijkheid om beroep aan te tekenen.

  5. Leden die hun contributie niet betalen krijgen een schriftelijk verzoek van het partijbestuur om alsnog te betalen. Bij uitblijven van betaling zonder geldige reden kan het partijbestuur besluiten tot opzegging van het lidmaatschap.

Artikel 2. contributie

  1. De hoogte van de reguliere door de leden te betalen contributie wordt door de algemene vergadering vastgesteld. Daarnaast kan de partij afwijkende contributietarieven hanteren. Ook dezen worden door de algemene vergadering vastgesteld.

  2. Regelmatig wordt geëvalueerd of de hoogte van de tarieven past bij de economische situatie, en indien nodig wordt de hoogte gewijzigd.

  3. Er kan een afwijkende tarief voor leden woonachtig in Caribisch Nederland worden vastgesteld.

  4. De vereniging hanteert een sociaal tarief voor leden die de reguliere contributie om financiële redenen niet kunnen betalen.

DE ALGEMENE VERGADERING

Artikel 3. de algemene vergadering

  1. De algemene vergadering is het hoogste beslissende orgaan van de partij.

  2. De algemene vergadering wordt georganiseerd en voorgezeten door het partijbestuur. Het partijbestuur stelt de agenda daarvoor vast. Alle leden worden minstens twee weken van tevoren geïnformeerd over locatie, tijd en agenda. De locatie is toegankelijk voor alle leden.

  3. Ieder lid heeft toegang tot de algemene vergadering. Hiertoe worden tijdig stappen ondernomen voor bijvoorbeeld schrijf- en gebarentolken, toegankelijke visuele presentaties, en andere benodigdheden. Een toereikend deel van de landelijke partijkas wordt hiervoor toegekend.

  4. De algemene vergadering heeft in ieder geval de volgende bevoegdheden:

    1. Het controleren van het partijbestuur, de partijraad, de landelijke, provinciale en Europese fracties;

    2. Het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van het partijbestuur en de partijraad;

    3. Het vaststellen van het inhoudelijk jaarverslag van de partij;

    4. Het vaststellen van de jaarrekening en het voeren van controle op de financiële bescheiden middels de kascontrolecommissie;

    5. Het besluiten over wijzigingen in de statuten en, behoudens de bepalingen van artikel 32 van dit reglement, het huishoudelijk reglement;

Artikel 4. besluitvorming

  1. Stemmingen worden mondeling gehouden, tenzij een lid een schriftelijke stemming aanvraagt of de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht. Bij schriftelijke stemming zal uit de aanwezige leden een stemcommissie samengesteld worden die zal toezien op het tellen van de stemmen. Over personen wordt altijd schriftelijk gestemd.

  2. Besluiten worden genomen door een absolute meerderheid van stemmen, tenzij in de statuten of dit reglement anders staat aangegeven.

  3. Leden die niet bij een vergadering aanwezig kunnen zijn, hebben het recht een ander lid te machtigen om namens hen te stemmen. Hiervoor moet een schriftelijke machtiging opgesteld worden. Deze machtiging is bij het bestuur te verkrijgen.

  4. Op de machtiging staan de eisen vermeld waaraan de volmachtgever en de gemachtigde moeten voldoen. Vierentwintig uur voor de vergadering dient deze machtiging door de volmachtgever gemeld te worden bij het partijbestuur en moet door de gemachtigde worden meegenomen in de vergadering ter verificatie. Bij een online vergadering moet de machtiging tenminste een uur voor de vergadering langs elektronische weg verstuurd worden.

  5. Een lid mag namens maximaal twee andere leden een stem uitbrengen.

  6. De basisbepalingen over de besluitvorming zijn vastgelegd in de statuten.

  7. Verdere zaken met betrekking tot de vergaderorde en besluitvormingsprocessen worden door de algemene vergadering vastgelegd in een Reglement van Orde.

DE PARTIJRAAD

Artikel 5. de partijraad

  1. De leden van de partijraad worden verkozen door de algemene vergadering voor een termijn van twee jaar. Een lid kan zich maximaal twee opeenvolgende termijnen verkiesbaar stellen. De partijraad vertegenwoordigt de stem van de leden tussen de algemene vergaderingen in.

  2. Alleen zij die lid zijn van de vereniging kunnen lid worden van de partijraad.

  3. De leden van de partijraad worden door de algemene vergadering benoemd en bestaan uit twee geledingen.

    1. Ieder afdelingsbestuur van een volwaardige afdeling draagt uit haar midden één bestuurslid voor als kandidaat-lid van de partijraad.

    2. Maximaal vijfentwintig leden die geen deel uit maken van een afdelingsbestuur kunnen zichzelf voordragen als kandidaat-lid van de partijraad.

  4. De kandidaatstelling voor de partijraad geschiedt via het partijbureau. Verdere bepalingen hieromtrent staan beschreven in artikel 6.

  5. Leden van het partijbestuur en verkozen leden van fracties kunnen niet lid zijn van de partijraad.

  6. De partijraad vergadert onder leiding van een eigen voorzitter. Deze voorzitter wordt niet in functie gekozen, maar ter vergadering uit haar midden gekozen om de vergadering te leiden.

  7. De partijraad heeft geen externe representatieve functie namens de partij.

  8. De agenda van de vergadering van de partijraad wordt door het partijbureau opgemaakt. Voorafgaand aan de vergadering en terstond ter vergadering kunnen leden van de partijraad en het partijbestuur andere agendapunten toevoegen.

  9. De partijraad kan uit zijn midden een of meer commissies benoemen die belast worden met een speciale taak. De werkwijze van de commissies wordt vastgesteld door de partijraad.

  10. De partijraad draagt zorg voor:

    1. het adviseren van het partijbestuur en de landelijke, Provinciale en Europese fractie(s) op grote besluiten en vraagstukken;

    2. het agenderen van belangrijke onderwerpen bij het partijbestuur of de landelijke fractie(s);

    3. het controleren van de algemene politieke lijn van de vereniging en het adviseren van het bestuur en de landelijke fractie(s) ter zake;

    4. het beslissen over deelname aan Provinciale Staten-, Europese, Eerste Kamer- en Tweede Kamerverkiezingen;

    5. het beslissen over aanpassingen van het huishoudelijk reglement;

    6. het verbreden van de partijdemocratie door het actief betrekken van de leden bij het uitvoeren van bovenstaande taken.

  11. Zaken met betrekking tot de vergaderorde worden door de partijraad vastgelegd in een Reglement van Orde.

  12. Verslagen van partijraadsvergaderingen worden op de website gepubliceerd. De notulen zijn bij het partijbureau opvraagbaar voor leden.

Artikel 6. benoeming, schorsing en ontslag

  1. De verkiezingen voor de benoeming van leden van de partijraad worden georganiseerd door het partijbureau.

  2. De eisen voor kandidaatstelling zijn:

    1. een individu is ten minste zes maanden lid van de vereniging voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling;

    2. een individu wordt door ten minste tien leden, die ten minste drie maanden voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling lid zijn geworden, gesteund in hun kandidaatstelling;

    3. een individu is aantoonbaar langer dan zes maanden betrokken bij de vereniging voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling.

  3. Het partijbureau kan kandidaten uitsluiten voor verkiezing op grond dat:

    1. de persoon niet voldoet aan de in lid 2 van dit artikel gestelde eisen; en/of

    2. de integriteit van deze persoon omstreden is, zoals bepaald volgens het integriteitsprotocol van de vereniging.

  4. Verdere bepalingen omtrent de benoeming van de partijraad worden vastgelegd in het Verkiezingsbeleid.

  5. De uitsluiting voor verkiezing of de weigering van benoeming wordt schriftelijk en duidelijk gemotiveerd medegedeeld aan desbetreffende persoon. Beroep tegen het besluit is mogelijk via de beroepsprocedure.

  6. Leden van de partijraad worden ontslagen en geschorst door de algemene vergadering, dan wel uit hun functie ontheven door uittreding bij het afdelingsbestuur in geval dat een lid is voorgedragen op basis van artikel 5, lid 3, sub a.

Artikel 7. besluitvorming

  1. De partijraad wordt bijeengeroepen door het partijbestuur, met inachtneming van een termijn van zeven dagen.

  2. De partijraad komt ten minste vier maal per jaar bijeen.

  3. De partijraad kan ook door de eigen leden bijeen worden geroepen. Dit kan via schriftelijk verzoek aan het partijbestuur dat wordt gesteund door minstens 20% van de leden van de partijraad.

  4. Na ontvangst van een verzoek als in lid 3 bedoeld, is het partijbestuur verplicht tot bijeenroeping van een partijraadsvergadering die binnen een maand na voormelde ontvangst moet plaatsvinden. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het partijbestuur werd ontvangen geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het partijbestuur de partijraadsvergaderingen bijeenroept.

  5. Van het in de partijraadsvergadering verhandelde wordt door het partijbureau verslag opgemaakt.

  6. Leden van de partijraad stemmen mondeling, tenzij een lid van de partijraad voorstelt schriftelijk te stemmen. De stemmen worden geteld door de voorzitter van de vergadering en de partijsecretaris. De partijraad stemt hoofdelijk.

  7. Een in de partijraadsvergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

  8. In geval van een even aantal stemmen, bijvoorbeeld door afwezigheid van een of meerdere leden, mag het partijbestuur meestemmen met één stem.

  9. Tot het (tijdelijk) afwijken van het huishoudelijk reglement kan slechts worden besloten in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het totale aantal leden van de partijraad aanwezig is, met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.

HET PARTIJBESTUUR

Artikel 8. het partijbestuur

  1. Het partijbestuur wordt verkozen door de algemene vergadering. Bestuurders worden gekozen voor een periode van twee jaar.

  2. Het partijbestuur bestaat uit tenminste drie leden. Er is geen maximum grootte van een bestuur. In geval een bestuur uit minder dan drie leden bestaat, wordt zo snel mogelijk een nieuwe vacature uitgeschreven en een algemene vergadering belegd.

  3. De partijleider zit aan bij de bestuursvergaderingen, maar heeft geen stemrecht. De partijleider heeft wel het recht om het partijbestuur te adviseren over beslissingen.

  4. Het partijbestuur is belast met de taak om verantwoording af te leggen over haar beleid en haar financiën aan de algemene vergadering;

  5. Het partijbestuur is voorts verantwoordelijk voor het besturen van de vereniging. Haar taken en verantwoordelijkheden zijn in ieder geval:

    1. Het financieel beheer van de vereniging. Het bestuur is, als enige rechtspersoon in de vereniging, tevens verantwoordelijk voor het financieel beheer van de afdelingen;

    2. Het administratief beheer van de vereniging. Het bestuur is verantwoordelijk voor het bijhouden van verslagen van bestuurs- en ledenvergaderingen en eindverantwoordelijk voor de ledenadministratie;

    3. Het ondersteunen van afdelingen bij hun taken;

    4. Het aangaan van landelijke allianties met landelijke organisaties en stakeholders;

    5. Het representeren van de vereniging en het uitdragen van de politieke doelstellingen van de partij;

    6. Het waar nodig instellen van commissies om taken binnen de vereniging op te pakken;

    7. Het toezien op een veilige werk- en verblijfsomgeving binnen de partijgremia;

    8. Het beslissen over deelname op lokaal niveau, conform artikel 19 van dit reglement;

    9. Het adviseren over het programma en de kandidatenlijst voor gemeenteraadsverkiezingen;

    10. Het voordragen van een beslissing over deelname aan verkiezingen op landelijk, Europees en provinciaal niveau aan de partijraad;

    11. Het opstellen en waarborgen van vrijwilligersbeleid;

    12. Het instellen van ander beleid voor de vereniging.

  6. De bepalingen omtrent de besluitvorming zijn in de statuten vastgelegd.

  7. Bestuursleden ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de kosten die zij voor hun werkzaamheden hebben gemaakt. Het gaat hierbij om reiskosten, kosten gemaakt in functie of een door de algemene vergadering vastgesteld bedrag voor de onkostenvergoeding.

Artikel 9. Benoeming, schorsing en ontslag

  1. Leden van het partijbestuur worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering.

  2. Slechts zij die langer dan 6 maanden lid zijn van de vereniging ofwel zij die aantoonbaar structureel actief zijn in de partij kunnen zich kandidaat stellen voor het partijbestuur.

  3. De sollicitatieprocedure voor bestuursleden loopt via een onafhankelijke kandidatencommissie, waarin geen mensen zitting hebben die zich verkiesbaar stellen.

  4. Alle leden die niet geschorst zijn, kunnen zich kandidaat stellen voor het partijbestuur.

  5. Kandidaten voor het partijbestuur worden voorgedragen door de kandidatencommissie. De kandidatencommissie kan ervoor kiezen kandidaten niet voor te dragen. In beide gevallen dient de kandidatencommissie hun besluit te onderbouwen.

  6. Kandidaten voor het partijbestuur zijn gekozen wanneer zij een meerderheid van de uitgebrachte stemmen op de algemene vergadering hebben behaald.

  7. In geval dat er zich meer kandidaten verkiesbaar hebben gesteld dan er bestuursfuncties vacant zijn, geldt dat wie de meeste stemmen heeft behaald gekozen is. Dit laatste geldt tevens in de situatie dat meerdere kandidaten zich voor een specifieke bestuursfunctie verkiesbaar hebben gesteld.

  8. Verdere bepalingen omtrent de benoeming van het partijbestuur zijn beschreven in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

  9. Bij kandidering dient een kandidaat-bestuurslid een integriteitsverklaring te overleggen aan het partijbureau.

  10. Ontzetting van een bestuurslid uit het lidmaatschap en derhalve ook uit het bestuurslidmaatschap geschiedt door het bestuur in geval van ontslag van het bestuurslid verleend door het bestuur om gewichtige redenen, waaronder ook het niet naar waarheid invullen van de integriteitsverklaring, alsmede om redenen dat met het betreffende lid van het bestuur structurele onenigheid van inzichten bestaat, zich een onverenigbaarheid van belangen voordoet of het betreffende lid onvoldoende functioneert, waarbij het betrokken bestuurslid bij het desbetreffende besluit geen stemrecht kan uitoefenen.

  11. Als de andere bestuursleden een bestuurslid willen schorsen, kunnen zij bij het besluit om een bestuurslid te schorsen advies vragen aan de geschillencommissie.

  12. Opzeggen van het lidmaatschap van de partij leidt altijd tot ontslag uit het partijbestuur.

COMMISSIES

Artikel 10. commissies

  1. Het partijbestuur is statutair bevoegd om onder diens verantwoordelijkheid gremia en commissies in te stellen.

  2. Het partijbestuur heeft als taak het:

    1. benoemen, schorsen en ontslaan van commissieleden;

    2. formuleren, het vaststellen en het in samenspraak met leden van de commissie herzien van de opdracht aan een commissie;

    3. het controleren van de uitvoering van hetgeen in de commissie-opdracht is bepaald;

    4. vaststellen van de financiële bevoegdheid van de commissies;

    5. in samenspraak met de commissie opheffen van de commissie

  3. Over de uitvoering van hun opdracht legt de commissie verantwoording af aan het partijbestuur.

  4. In een kandidatencommissie voor welke verkiezing dan ook, kan geen lid plaatsnemen dat zich tevens kandidaat stelt voor de betreffende verkiezing.

  5. De zittingstermijn en besluitvormingsmodellen van een commissie worden in de opdracht vastgesteld.

HET PARTIJBUREAU

Artikel 11. het partijbureau

  1. De secretaris en de penningmeester van het partijbestuur zijn verantwoordelijk voor het partijbureau.

  2. Het partijbureau draagt zorg voor:

    1. de ledenadministratie;

    2. de inkomende en uitgaande post van de partij;

    3. de vrijwilligerscontracten en -administratie;

    4. de donatie-administratie;

    5. de administratie omtrent merchandise en de uitgifte van merchandise;

    6. het ondersteunen van het partijbestuur in diens werkzaamheden;

    7. het organiseren en begeleiden van de verkiezingen van het partijbestuur en de partijraad;

    8. het ondersteunen van de partijraad in alle administratieve en overige ondersteunende werkzaamheden.

Artikel 12. Benoeming, schorsing en ontslag

  1. De leden van het partijbureau worden benoemd, geschorst en ontslagen door het partijbestuur.

  2. Bij benoeming wordt een verwerkingsovereenkomst afgesloten.

  3. Ontslag volgt bij het schenden van de verwerkingsovereenkomst, bij onverenigbaarheid van belangen, of in geval de betreffende vrijwilliger onvoldoende functioneert. Het partijbestuur kan om dezelfde redenen een schorsing opleggen aan een lid van het partijbureau.

  4. Opzeggen van het lidmaatschap van de partij leidt altijd tot ontslag uit het partijbureau.

DE AFDELING

Artikel 13. Oprichting en begrenzing van een Afdeling

  1. Leden uit eenzelfde gebied kunnen zich verenigen om schriftelijk de status afdeling in oprichting aan te vragen bij het partijbestuur. De eisen van deze aanvraag worden door het partijbestuur vastgesteld.

  2. Het partijbestuur besluit over de aanvraag. De status wordt schriftelijk door het partijbestuur verleend en hiervan wordt de partijraad op de eerstvolgende vergadering op de hoogte gebracht.

  3. Om een volwaardige afdeling te worden, voldoet de afdeling in oprichting aan deze eisen:

    1. de afdeling in oprichting bestaat uit tenminste 25 leden die binnen het gebied van de afdeling wonen;

    2. de afdeling in oprichting heeft een afdelingsbestuur gekozen van tenminste 3 leden, dat functioneert conform de bepalingen van artikel 17 van dit reglement;

    3. de afdeling in oprichting dient een bestuursplan in binnen 30 dagen na de afdelingsvergadering waarop het bestuur is verkozen;

    4. aan het partijbestuur bewezen hebben te kunnen voldoen aan de zaken die in artikel 5 en 7 van dit reglement zijn bepaald.

  4. Het partijbestuur besluit over de erkenning als volwaardige afdeling binnen een half jaar na het verlenen van de status afdeling in oprichting, maar kan deze termijn met een half jaar verlengen. Het partijbestuur kan ook beslissen de status te beëindigen en dus de afdeling in oprichting te ontbinden.

  5. Alleen een afdeling in oprichting en een volwaardige afdeling hebben het recht het beeldmerk en de naam van de partij te gebruiken.

  6. Het partijbestuur stelt de fysieke grenzen van een afdeling vast.

Artikel 14. Opheffing van een afdeling

  1. Het partijbestuur beslist over de opheffing van een afdeling indien deze niet meer aan de in dit reglement en/of statuten gestelde taken en eisen voldoet.

  2. Wanneer het partijbestuur beslist de afdeling op te heffen dient zij hierover het afdelingsbestuur schriftelijk te informeren.

  3. Het afdelingsbestuur belegt vervolgens een afdelingsvergadering. Hierbij wordt het partijbestuur uitgenodigd. De afdelingsvergadering wordt dan in de gelegenheid gesteld om verbeteringsvoorstellen te doen waardoor de afdeling alsnog aan de in dit reglement en/of statuten gestelde taken en eisen zal kunnen voldoen.

  4. Het partijbestuur zal in haar eerstvolgende vergadering daarna een definitief besluit nemen. De leden van een afdeling zullen hierover schriftelijk worden geïnformeerd.

DE AFDELINGSVERGADERING

Artikel 15. de Afdelingsvergadering

  1. Een afdeling is het hoogste orgaan in de afdeling en organiseert minstens eenmaal per jaar een afdelingsvergadering en voorts zo vaak als het afdelingsbestuur dit noodzakelijk acht.

  2. Het afdelingsbestuur roept de afdelingsvergadering bijeen en stelt de agenda daarvoor vast. Alle leden die woonachtig zijn binnen het afdelingsgebied worden minstens twee weken van tevoren geïnformeerd over locatie, tijd en agenda.

  3. De afdelingsvergadering is toegankelijk voor alle leden van de afdeling. Hiertoe worden tijdig stappen ondernomen voor bijvoorbeeld schrijf- en gebarentolken, toegankelijke visuele presentaties, en andere benodigdheden. Een toereikend deel van de landelijke partijkas wordt hiervoor toegekend.

  4. Van afdelingsvergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Het verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd op de eerstvolgende afdelingsvergadering en gedeeld met de leden.

  5. Leden hebben het recht het afdelingsbestuur op te roepen tot het organiseren van een afdelingsvergadering. Hiervoor kunnen tenminste 25 leden, of ten minste 10% van de leden, die woonachtig zijn binnen het afdelingsgebied een schriftelijk verzoek indienen. Het afdelingsbestuur roept de afdelingsvergadering vervolgens zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een maand, bijeen. Het door deze leden aan de orde gestelde punt wordt door het afdelingsbestuur op de agenda geplaatst.

  6. De leden die woonachtig zijn binnen het afdelingsgebied kunnen vooraf aan de vergadering en ter vergadering agendapunten voorstellen.

  7. De afdelingsvergadering controleert het afdelingsbestuur en de gemeenteraadsfractie in hun taken en activiteiten.

  8. De afdelingsvergadering stelt de kandidatenlijst en het verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen vast.

  9. De afdelingsvergadering beslist over deelname aan het college van Burgemeester en Wethouders op basis van het in de onderhandelingen bereikte coalitieakkoord en kennis over de door het afdelingsbestuur en gemeenteraadsfractie voorgestelde kandidaat-wethouder(s).

Artikel 16. Besluitvorming

  1. Stemmingen worden mondeling gehouden, tenzij een lid een schriftelijke stemming aanvraagt of de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht. Bij schriftelijke stemming zal uit de aanwezige leden een stemcommissie samengesteld worden die zal toezien op het tellen van de stemmen. Over personen wordt altijd schriftelijk gestemd.

  2. Blanco stemmen en ongeldig uitgebrachte stemmen worden beschouwd als te zijn van onwaarde en worden bij het bepalen van een meerderheid niet meegeteld.

  3. Besluiten worden genomen door een absolute meerderheid van stemmen, tenzij in de statuten of dit reglement anders staat aangegeven. Indien de stemmen staken, dan wordt er opnieuw gestemd. Dit gebeurt net zo vaak totdat er een beslissing is.

  4. Leden die niet bij een vergadering aanwezig kunnen zijn, hebben het recht een ander lid te machtigen om namens hen te stemmen. Hiervoor moet een schriftelijke machtiging opgesteld worden door het lid wat het gemachtigde lid bij zich moet hebben op de vergadering. Een lid mag namens maximaal twee andere leden een stem uitbrengen.

HET AFDELINGSBESTUUR

Artikel 17. het Afdelingsbestuur

  1. Een afdelingsbestuur wordt gekozen door de ledenvergadering. Afdelingsbestuurders worden gekozen voor een periode van twee jaar.

  2. Een afdelingsbestuur bestaat uit tenminste drie leden. In geval een bestuur uit minder dan drie leden bestaat, wordt zo snel mogelijk een afdelingsvergadering belegd.

  3. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester worden door en uit het midden van het gekozen bestuur benoemd. De functieverdeling en wijzigingen daarin worden aan de leden in het afdelingsgebied gecommuniceerd.

  4. De partij kent geen aspirant-bestuursleden en mensen die het bestuur ondersteunen hebben geen stemrecht in bestuursvergaderingen, noch kunnen zij het bestuur vertegenwoordigen.

  5. Het afdelingsbestuur besluit met een absolute meerderheid van stemmen. Voor een stemming moet een absolute meerderheid van de bestuursleden een stem uitbrengen.

  6. Bij de vergadering van het afdelingsbestuur zijn enkel welkom de leden van het afdelingsbestuur en gasten die schriftelijk namens ten minste twee leden van het afdelingsbestuur zijn uitgenodigd.

  7. De afdeling gaat uitsluitend over beleid dat inhoudelijk en fysiek van toepassing is op zaken binnen de grenzen van het afdelingsgebied.

  8. Het afdelingsbestuur heeft de volgende taken:

    1. Het lokaal representeren van BIJ1 en het uitdragen van de politieke doelstellingen van de partij;

    2. Het ontplooien van activiteiten binnen het afdelingsgebied voor zowel leden als andere geïnteresseerden;

    3. Het afleggen van verantwoording over haar beleid en financiën aan het partijbestuur en de leden van de afdeling. De verantwoording aan het partijbestuur gebeurt via een tweemaandelijkse afdelingsupdate. De eisen voor de update en het plan worden door het partijbestuur opgesteld.

    4. In overleg met het landelijk bestuur, deelnemen aan verkiezingen die in het afdelingsgebied zijn uitgeschreven;

    5. In het geval van verkiezingen het opstellen van het programma en de kandidatenlijst en het inwinnen van advies over het opstellen van het programma en de kandidatenlijst bij het partijbestuur;

    6. Het controleren van de activiteiten van de gemeenteraadsfractie;

    7. Het uit haar midden verkiezen van een lid van de partijraad.

  9. Het afdelingsbestuur heeft daarnaast de bevoegdheid tot:

    1. Het aangaan van lokale allianties met lokale organisaties en lokale stakeholders, mits op themas die voor de partij en de leden in het afdelingsgebied belangrijk zijn;

    2. Het instellen en ontbinden van lokale commissies en lokale werkgroepen, zoals een kandidatencommissie.

Artikel 18. Benoeming, schorsing en ontslag

  1. Leden van het afdelingsbestuur worden verkozen door de afdelingsvergadering.

  2. Slechts zij die langer dan 6 maanden lid zijn van de vereniging ofwel zij die aantoonbaar structureel actief zijn in de partij kunnen zich kandidaat stellen voor het afdelingsbestuur.

  3. De sollicitatieprocedure voor bestuursleden loopt via een onafhankelijke kandidatencommissie, waarin geen mensen zitting hebben die zich verkiesbaar stellen. Het partijbestuur legt de verdere procedure omtrent verkiezing van bestuursleden vast in het Verkiezingsbeleid.

  4. Alle leden die binnen het afdelingsgebied wonen, kunnen zich kandidaat stellen voor het afdelingsbestuur.

  5. Kandidaten voor het afdelingsbestuur worden voorgedragen door de kandidatencommissie. De kandidatencommissie kan ervoor kiezen kandidaten niet voor te dragen. In beide gevallen dient de kandidatencommissie hun besluit te onderbouwen.

  6. Kandidaten voor het afdelingsbestuur zijn gekozen wanneer zij een meerderheid van de uitgebrachte stemmen op de afdelingsvergadering hebben behaald.

  7. In geval dat er zich meer kandidaten verkiesbaar hebben gesteld dan er bestuursfuncties vacant zijn, geldt dat wie de meeste stemmen heeft behaald gekozen is. Dit laatste geldt tevens in de situatie dat meerdere kandidaten zich voor een specifieke bestuursfunctie verkiesbaar hebben gesteld.

  8. Leden van het afdelingsbestuur worden geschorst of ontslagen door het partijbestuur of door een meerderheid van de afdelingsvergadering.

  9. Verdere bepalingen omtrent de verkiezing van afdelingsbestuursleden zijn beschreven in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

DEELNAME AAN VERKIEZINGEN

Artikel 19. Deelname aan gemeenteraadsverkiezingen

  1. Het afdelingsbestuur vraagt allereerst aan het partijbestuur toestemming om onder de naam van BIJ1 te mogen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Het partijbestuur beoordeelt deze aanvraag en kan voorwaarden stellen aan de afdeling voor deelname aan verkiezingen. Het partijbestuur zal beoordelen aan de hand van de volgende zaken:

    1. De mate waarin leden en geïnteresseerden betrokken en geactiveerd worden bij de activiteiten van de afdeling;

    2. De status van de afdeling. Alleen een volwaardige afdeling kan toestemming krijgen van het partijbestuur om onder de naam BIJ1 deel te nemen aan verkiezingen;

    3. Strategische overwegingen.

  2. Het afdelingsbestuur stelt vervolgens aan de leden die woonachtig zijn in het afdelingsgebied een kandidatenlijst en programma voor. De afdelingsvergadering gaat over de vaststelling van de kandidatenlijst en het programma.

  3. Ieder lid dat woonachtig is in het desbetreffende afdelingsgebied kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum en op de wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt.

  4. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het afdelingsbestuur op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.

  5. Het afdelingsbestuur ziet erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst zich schriftelijk conformeert aan de afdrachtregeling.

  6. Wanneer kandidaten in de gemeenteraad worden verkozen, dienen zij over hun activiteiten verantwoording af te leggen aan het afdelingsbestuur en de afdelingsvergadering.

  7. Een kandidaat die verkozen wordt in de gemeenteraad kan niet daarnaast lid zijn van het betreffende afdelingsbestuur of van de partijraad.

  8. Verdere richtlijnen omtrent gemeenteraadsverkiezingen zijn vastgelegd in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

Artikel 20. Deelname aan Provinciale Statenverkiezingen

  1. Op voordracht van het partijbestuur beslist de partijraad over deelname aan Provinciale Statenverkiezingen.

  2. Bij deelname, stelt het partijbestuur een kandidatencommissie en een programmacommissie waarvan de leden uitsluitend woonachtig zijn in de betreffende provincie. Deze commissies stellen een kandidatenlijst en een programma op.

  3. Het partijbestuur stelt aan de leden, woonachtig binnen de desbetreffende provincie, een kandidatenlijst en programma voor op een vergadering die wordt belegd met de leden die woonachtig zijn in de provincie. Deze provinciale vergadering wordt voorgezeten door het partijbestuur en beslist over de vaststelling van de kandidatenlijst en het programma.

  4. Ieder lid dat woonachtig is in de desbetreffende provincie kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum en op de wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt.

  5. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.

  6. Het partijbestuur ziet erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst zich schriftelijk conformeert aan de afdrachtregeling.

  7. Een kandidaat die verkozen wordt in de Provinciale Staten kan niet daarnaast lid zijn van het partijbestuur of de partijraad.

  8. Verdere richtlijnen omtrent Provinciale Statenverkiezingen zijn vastgelegd in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

Artikel 21. Deelname aan Europese verkiezingen

  1. Op voordracht van het partijbestuur beslist de partijraad over deelname aan Europese verkiezingen.

  2. Het partijbestuur stelt een kandidatencommissie en een programmacommissie in om namens het partijbestuur een kandidatenlijst en programma op te stellen

  3. Het partijbestuur stelt aan de leden van de afdeling een kandidatenlijst en programma voor. De algemene vergadering gaat over de vaststelling van de kandidatenlijst en het programma.

  4. Ieder lid kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum en op de wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt

  5. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het partijbestuur op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.

  6. Het partijbestuur ziet erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst zich schriftelijk conformeert aan de afdrachtregeling.

  7. Een kandidaat die verkozen wordt in het Europees Parlement kan niet daarnaast lid zijn van het partijbestuur of de partijraad.

  8. Verdere richtlijnen omtrent Europese verkiezingen zijn vastgelegd in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

Artikel 22. Deelname aan Eerste Kamerverkiezingen

  1. Op voordracht van het partijbestuur beslist de partijraad over deelname aan Eerste Kamerverkiezingen.

  2. Het partijbestuur stelt een kandidatencommissie in om namens het partijbestuur een kandidatenlijst op te stellen.

  3. Het partijbestuur stelt aan de leden van de afdeling een kandidatenlijst voor. De algemene vergadering gaat over de vaststelling van de kandidatenlijst.

  4. Ieder lid kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum en op de wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt.

  5. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het partijbestuur op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.

  6. Het partijbestuur ziet erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst zich schriftelijk conformeert aan de afdrachtregeling.

  7. Een kandidaat die verkozen wordt in de Eerste Kamer kan niet daarnaast lid zijn van het partijbestuur of de partijraad.

  8. Verdere richtlijnen omtrent Eerste Kamerverkiezingen zijn vastgelegd in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

Artikel 23. Deelname aan Tweede Kamerverkiezingen

  1. Op voordracht van het partijbestuur beslist de partijraad over deelname aan Tweede Kamerverkiezingen.

  2. Het partijbestuur stelt een kandidatencommissie en een programmacommissie in om namens het partijbestuur een kandidatenlijst en programma op te stellen.

  3. Het partijbestuur stelt aan de leden van de afdeling een kandidatenlijst en programma voor. De algemene vergadering gaat over de vaststelling van de kandidatenlijst en het programma.

  4. Ieder lid kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum en op de wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt.

  5. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het partijbestuur op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.

  6. Het partijbestuur ziet erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst zich schriftelijk conformeert aan de afdrachtregeling.

  7. Een kandidaat die verkozen wordt in de Tweede Kamer kan niet daarnaast lid zijn van het partijbestuur of de partijraad.

  8. Verdere richtlijnen omtrent Tweede Kamerverkiezingen zijn vastgelegd in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

Artikel 24. Deelname aan Waterschapsverkiezingen

  1. Afdelingen gevestigd binnen een of meer waterschappen kunnen aan het partijbestuur vragen om onder de naam van BIJ1 mee te doen aan verkiezingen binnen een of meer van die waterschappen. Het partijbestuur beoordeelt deze aanvraag en kan voorwaarden stellen aan de afdeling(en) voor deelname aan verkiezingen. Het partijbestuur zal beoordelen aan de hand van de volgende zaken:

    1. De hoeveelheid actieve leden binnen de waterschappen die de afdeling strekt, en of zij kennis en enthousiasme hebben voor de waterschappen;

    2. De status van de afdeling(en). Alleen een volwaardige afdeling kan toestemming krijgen van het partijbestuur om onder de naam BIJ1 deel te nemen aan verkiezingen;

    3. Strategische overwegingen, apart bepaald per waterschap.

  2. Verschillende afdelingen kunnen, als zij een waterschap delen, kiezen om samen mee te doen aan deze verkiezingen. Afdelingen mogen afzien van gezamenlijke deelname, maar afdelingen mogen niet tegelijkertijd apart meedoen aan de verkiezingen voor dit waterschap.

  3. Het afdelingsbestuur(en) stelt een verkiezingsprogramma op voor de waterschappen waar zij aan mee doen en stelt de kandidatenlijst open voor mensen die zich hiervoor willen aanmelden.

    1. Kandidaten moeten woonachtig zijn in het waterschap waar zij zich voor aanmelden;

    2. Ieder lid dat woonachtig is in dit gebied mag zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, op de methode bepaald door het afdelingsbestuur(en) en voor de einddatum;

    3. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het afdelingsbestuur(en) op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.

  4. Het afdelingsbestuur(en) ziet erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst zich schriftelijk conformeert aan de afdrachtregeling.

  5. Wanneer kandidaten in het waterschap worden verkozen, dienen zij over hun activiteiten verantwoording af te leggen aan het afdelingsbestuur(en) en de afdelingsvergadering.

  6. Een kandidaat die verkozen wordt in het waterschap kan niet daarnaast lid zijn van het betreffende afdelingsbestuur(en) of van de partijraad.

  7. Verdere richtlijnen omtrent waterschapsverkiezingen kunnen worden vastgelegd in het Verkiezingsbeleid van de vereniging.

Artikel 25. Afdrachtregeling

  1. De vereniging kent een afdrachtregeling. Deze wordt vastgesteld door de algemene vergadering.

  2. De afdrachtregeling mag nooit tot gevolg hebben dat een gekozen persoon financieel in de knel komt.

  3. De uit de afdrachtregeling verkregen middelen komen ten goede aan binnen de vereniging actieve vrijwilligers.

REPRESENTATIE

Artikel 26. Representatie

  1. In lijn met de politieke doelen van de partij om actieve deelname en vertegenwoordiging van mensen uit gemarginaliseerde posities te bevorderen, voert het partijbestuur actief beleid omtrent representatie.

  2. In het beleid omtrent representatie kan het bestuur gebruik maken van quota en voorkeursbeleid.

  3. Het beleid omtrent participatie focust daarnaast op interne scholing en (sociale) veiligheid.

VEILIGHEID EN GESCHILLEN

Artikel 27. Privacy en digitale veiligheid

Alle zaken omtrent privacy en digitale veiligheid worden vastgelegd in het AVG-beleid van de vereniging, conform geldende wetgeving. Dit beleid wordt door het partijbestuur vastgelegd.

Artikel 28. Veiligheid en gedragscode

  1. Het partijbestuur stelt een gedragscode in die van toepassing is op alle leden van de vereniging en waarop ieder lid kan worden aangesproken.

  2. Het partijbestuur stelt naast de gedragscode Safer Space-richtlijnen op die de veiligheid voor een ieder zoveel mogelijk waarborgen bij alle organisatie samenkomsten en samenwerkingen. Deze zijn ook van toepassing bij publieke evenementen en worden actief met de leden en bezoekers gedeeld.

  3. Het partijbestuur ziet toe op naleving van de gedragscode en de Safer Space-richtlijnen.

  4. Het partijbestuur stelt meerdere vertrouwenspersonen aan die voor alle leden bereikbaar zijn bij overtreding van de gedragscode of de Safer Space-richtlijnen. Contactgegevens van de vertrouwenspersonen worden via interne communicatie bekendgemaakt.

  5. De gedragscode en Safer Space-richtlijnen zijn te allen tijde op de website van de partij beschikbaar.

Artikel 39. Geschillen

  1. Het partijbestuur stelt een geschillencommissie in met als taak op een onafhankelijke, betrouwbare en objectieve wijze geschillen te beslechten, onderzoek te doen en advies uit te brengen over klachten en beroepingen.

  2. De leden van deze commissie worden door het partijbestuur benoemt, geschorst en ontslagen. Benoeming geschiedt bij voorkeur op voordracht door een hiervoor aangestelde selectiecommissie of de partijraad.

  3. De procedures omtrent geschillen en klachten staan omschreven in het Reglement Geschillencommissie. Het Reglement Geschillencommissie wordt vastgesteld door het partijbestuur.

DUBBELLIDMAATSCHAP

Artikel 30. Dubbellidmaatschap

  1. Dubbellidmaatschap van meerdere politieke partijen is niet toegestaan voor leden van afdelingsbesturen, de partijraad, het partijbestuur en het partijbureau, commissies en voor leden die plaatsnemen op een kandidatenlijst van de vereniging. Onder politieke partijen wordt verstaan: partijen die bij de Kiesraad als zodanig geregistreerd zijn en diens jongerenorganisaties.

  2. In geval van dubbellidmaatschap zoals bepaald in dit artikel volgt onmiddellijk verval van de benoeming dan wel verkiezing van de desbetreffende persoon.

  3. Verzwijging van dubbellidmaatschap in gevallen zoals bepaald in dit artikel vormt een grond voor opzegging van het lidmaatschap door het partijbestuur, omdat niet redelijkerwijs van het partijbestuur kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren, zoals bepaald in artikel 7 van de statuten.

BEROEPSPROCEDURE

Artikel 31. Beroepen

  1. (Kandidaat-)leden van de vereniging kunnen in beroep gaan tegen:

    1. de weigering of beëindiging van lidmaatschap;

    2. een beslissing bij kandidatenprocedures, zoals de weigering een persoon op een kandidatenlijst te plaatsen, of zoals de uitsluiting van verkiezing voor een bestuur of de partijraad;

    3. geschillen omtrent de afdrachtregeling.

  2. Afdelingsbesturen van de vereniging kunnen in beroep gaan tegen:

    1. besluiten aangaande de opheffing van afdelingen, zoals beschreven in artikel 4, lid 4;

    2. besluiten aangaande deelname aan gemeenteraadsverkiezingen, zoals beschreven in artikel 8, lid 5, sub h en artikel 19, lid 1.

  3. Het beroep wordt schriftelijk en gemotiveerd ingediend bij het orgaan dat het beroep behandelt.

  4. Dit orgaan hoort degene(n) die de betreffende beslissing hebben genomen, alsook degene die het beroep heeft ingediend tegen die beslissing.

  5. Na beide partijen gehoord te hebben, brengt het betreffende orgaan een advies uit aan het partijbestuur aangaande de in beroep gebrachte beslissing. Het partijbestuur maakt vervolgens een besluit over het beroep, dat aan beide partijen schriftelijk wordt toegestuurd.

  6. Indien het partijbestuur een commissie heeft benoemd voor de behandeling van beroepen, wordt onder lid 2 en 3 deze commissie bedoeld. In het geval het bestuur geen commissie heeft benoemd voor de behandeling van beroepen, wordt de behandeling van beroepen gedaan door het partijbestuur zelf.

  7. De verdere procedures en termijnen omtrent beroepen staan omschreven in het Reglement Geschillencommissie.

INZIEN DOOR LEDEN

Artikel 32. Inzien door leden

  1. De statuten zijn te allen tijde op de website van de partij beschikbaar.

  2. Het huishoudelijk reglement is te allen tijde op de website van de partij beschikbaar.

AANPASSING HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 33. Aanpassing reglement

  1. Het huishoudelijk reglement wordt gewijzigd door de partijraad, met uitzondering van de gevallen bepaald in lid 3 en lid 4 van dit artikel.

  2. Aanpassing geschiedt enkel met tweederde meerderheid van de aanwezige leden van de partijraad dan wel de algemene vergadering.

  3. De algemene vergadering heeft het recht een beslissing tot wijziging van het huishoudelijk reglement door de partijraad ongedaan te maken en op de algemene vergadering in stemming te brengen. Hiertoe dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij het partijbestuur dat wordt ondersteund door tenminste 50 leden.

  4. De algemene vergadering heeft het recht zelf een voorstel te doen tot wijziging van het huishoudelijk reglement en daarmee een eigen stemming over de wijziging te vragen. Hiertoe dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij het partijbestuur dat wordt ondersteund door tenminste 50 leden.