1072 lines
45 KiB
Markdown
1072 lines
45 KiB
Markdown
# Lidmaatschap en Contributie
|
||
|
||
## Artikel 1. Lidmaatschap
|
||
|
||
1. Het bestuur beslist in eerste instantie over het toelaten van leden.
|
||
|
||
1. Het kan redelijkerwijs niet van de vereniging gevergd worden een
|
||
persoon als lid toe te laten of het lidmaatschap van een persoon te
|
||
laten voortduren wanneer de ideeën, gedragingen en uitingen van de
|
||
persoon in kwestie strijdig zijn met de grondbeginselen van BIJ1.
|
||
|
||
1. Bestaat tegen toelating geen bezwaar dan bevestigt het partijbureau
|
||
vervolgens dat hen is aangenomen als lid van de vereniging.
|
||
|
||
1. Bestaat tegen toelating wel bezwaar dan stelt het partijbureau de
|
||
betrokkene hiervan in kennis en wijst hen tevens op de mogelijkheid
|
||
om beroep aan te tekenen.
|
||
|
||
1. Leden die hun contributie niet betalen krijgen een schriftelijk
|
||
verzoek van het partijbestuur om alsnog te betalen. Bij uitblijven
|
||
van betaling zonder geldige reden kan het partijbestuur besluiten
|
||
tot opzegging van het lidmaatschap.
|
||
|
||
## Artikel 2. Contributie
|
||
|
||
1. De hoogte van de reguliere door de leden te betalen contributie wordt
|
||
door de algemene vergadering vastgesteld.
|
||
Daarnaast kan de partij afwijkende contributietarieven hanteren.
|
||
Ook dezen worden door de algemene vergadering vastgesteld.
|
||
|
||
1. Regelmatig wordt geëvalueerd of de hoogte van de tarieven past bij de
|
||
economische situatie, en indien nodig wordt de hoogte gewijzigd.
|
||
|
||
1. Er kan een afwijkende tarief voor leden woonachtig in Caribisch Nederland
|
||
worden vastgesteld.
|
||
|
||
1. De vereniging hanteert een sociaal tarief voor leden die de reguliere
|
||
contributie om financiële redenen niet kunnen betalen.
|
||
|
||
# De Algemene Vergadering
|
||
|
||
## Artikel 3. De Algemene Vergadering
|
||
|
||
1. De algemene vergadering is het hoogste orgaan van de partij.
|
||
Zij bespreekt en besluit fundamentele politieke en organisatorische kwesties.
|
||
|
||
1. Ieder lid heeft toegang tot de algemene vergadering.
|
||
Richtlijnen over toegankelijkheid staan in het huishoudelijk reglement.
|
||
|
||
1. De algemene vergadering wordt georganiseerd en gefaciliteerd door het partijbestuur.
|
||
Het partijbestuur stelt een voorstel voor een agenda op.
|
||
Alle leden worden middels een schriftelijke uitnodiging minstens twee weken
|
||
van tevoren geïnformeerd over de locatie, tijd en de voorgestelde agenda.
|
||
|
||
1. De algemene vergadering stelt ter vergadering haar eigen vergaderagenda vast.
|
||
|
||
1. De algemene vergadering vergadert onder leiding van een
|
||
ter vergadering uit haar midden gekozen presidium.
|
||
Dit presidium bestaat onder meer uit de voorzitter van de vergadering.
|
||
|
||
1. Van het tijdens de algemene vergadering behandelde worden notulen opgesteld door het presidium.
|
||
Deze notulen bevatten onder meer alle op de vergadering genomen besluiten,
|
||
gedane toezeggingen en de uitslagen van alle stemmingen.
|
||
Deze notulen worden zo snel mogelijk na de vergadering gedeeld met alle leden en
|
||
tijdens de eerstvolgende algemene vergadering ter goedkeuring voorgelegd aan de leden.
|
||
|
||
1. De algemene vergadering heeft in ieder geval de volgende bevoegdheden:
|
||
|
||
1. Het controleren van het partijbestuur, de partijraad, de landelijke,
|
||
provinciale en Europese fracties;
|
||
|
||
1. Het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van het partijbestuur
|
||
en de partijraad;
|
||
|
||
1. Het vaststellen van het inhoudelijk jaarverslag van de partij;
|
||
|
||
1. Het vaststellen van de jaarrekening en het voeren van controle op de
|
||
financiële bescheiden middels de kascontrolecommissie;
|
||
|
||
1. Het besluiten over wijzigingen in de [statuten](#) en het huishoudelijk
|
||
reglement;
|
||
|
||
## Artikel 4. Besluitvorming
|
||
|
||
1. Stemmingen worden mondeling gehouden, tenzij een lid een
|
||
schriftelijke stemming aanvraagt of de voorzitter een schriftelijke
|
||
stemming wenselijk acht.
|
||
Over personen wordt altijd schriftelijk gestemd.
|
||
|
||
1. Besluiten worden genomen door een gewone meerderheid van stemmen,
|
||
tenzij in de [statuten](#) of in dit reglement anders is bepaald.
|
||
|
||
1. De basisbepalingen over de besluitvorming zijn vastgelegd in de
|
||
[statuten](#).
|
||
|
||
1. Verdere zaken met betrekking tot de vergaderorde en
|
||
besluitvormingsprocessen kunnen door de algemene vergadering worden
|
||
vastgelegd in een [reglement van orde](#).
|
||
|
||
## Artikel 5. Toegankelijkheid
|
||
|
||
1. Er worden tijdig stappen ondernomen om de algemene vergadering
|
||
zo toegankelijk mogelijk te maken voor alle leden.
|
||
Hieronder kunnen bijvoorbeeld vallen: schrijf- en gebarentolken,
|
||
toegankelijke visuele presentaties, het bieden van een
|
||
mogelijkheid de vergadering digitaal bij te wonen
|
||
en het het zorgvuldig kiezen van de locatie.
|
||
Een toereikend deel van de landelijke partijkas wordt
|
||
hiervoor toegekend.
|
||
|
||
1. Leden die niet bij een vergadering aanwezig kunnen zijn, hebben het
|
||
recht een ander lid te machtigen om namens hen te stemmen. Hiervoor
|
||
moet een schriftelijke machtiging ingediend worden.
|
||
Het partijbestuur deelt in de uitnodiging mee hoe een machtiging
|
||
ingediend dient te worden.
|
||
|
||
1. Vierentwintig uur voor de vergadering
|
||
dient de machtiging door de volmachtgever ingediend te worden bij het partijbestuur.
|
||
Deze machtiging moet ter verificatie tevens door de gemachtigde worden meegenomen in de
|
||
vergadering.
|
||
|
||
1. Een gemachtigd lid mag namens maximaal twee andere leden een stem uitbrengen.
|
||
|
||
# De Partijraad
|
||
|
||
## Artikel 6. De Partijraad
|
||
|
||
1. De partijraad is na de algemene ledenvergadering
|
||
het hoogste orgaan van de partij.
|
||
|
||
1. De partijraad vertegenwoordigt de leden tussen samenkomsten
|
||
van de algemene vergadering.
|
||
|
||
1. De partijraad kan uit zijn midden een of meer commissies benoemen
|
||
die belast worden met een speciale taak. De werkwijze van de
|
||
commissies wordt vastgesteld door de partijraad.
|
||
|
||
1. De partijraad draagt onder meer zorg voor:
|
||
|
||
1. het adviseren van het partijbestuur en de fractie(s) op grote besluiten en
|
||
vraagstukken;
|
||
|
||
1. het agenderen van belangrijke onderwerpen bij het partijbestuur
|
||
en de fractie(s);
|
||
|
||
1. het controleren van de algemene politieke lijn van de vereniging
|
||
en het adviseren van het bestuur en de fractie(s) ter zake;
|
||
|
||
1. het beslissen over deelname aan Provinciale Staten-, Europese,
|
||
Eerste Kamer- en Tweede Kamerverkiezingen;
|
||
|
||
1. het beslissen over aanpassingen van het huishoudelijk reglement;
|
||
|
||
1. het verbreden van de partijdemocratie door het actief betrekken
|
||
van de leden bij het uitvoeren van bovenstaande taken.
|
||
|
||
1. Verslagen van partijraadsvergaderingen worden op de [website](#) gepubliceerd.
|
||
De notulen zijn bij het partijbureau opvraagbaar voor leden.
|
||
|
||
## Artikel 7. Benoeming, schorsing en ontslag
|
||
|
||
1. Leden van het partijbestuur worden benoemd,
|
||
geschorst en ontslagen door de algemene vergadering
|
||
voor een periode van ten hoogste 2 jaar.
|
||
|
||
1. De leden van de partijraad worden verkozen door de algemene
|
||
vergadering voor een termijn van ten hoogste twee jaar,
|
||
met de mogelijkheid tot herverkiezing.
|
||
|
||
1. Alleen zij die lid zijn van de partij kunnen lid worden van de
|
||
partijraad.
|
||
|
||
1. Leden van het partijbestuur en volksvertegenwoordigers kunnen
|
||
niet lid zijn van de partijraad.
|
||
|
||
1. Het aantal partijraadszetels wordt door de algemene ledenvergadering bepaald.
|
||
|
||
1. De eisen voor kandidaatstelling zijn:
|
||
|
||
1. een individu is ten minste zes maanden lid van de vereniging
|
||
voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling;
|
||
|
||
1. een individu wordt door ten minste tien leden, die ten minste
|
||
drie maanden voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling lid
|
||
zijn geworden, gesteund in hun kandidaatstelling;
|
||
|
||
1. een individu is aantoonbaar langer dan zes maanden betrokken bij
|
||
de vereniging voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling.
|
||
|
||
1. Ieder lid dat voldoet aan deze eisen
|
||
kan zich kandidaat stellen voor verkiezing tot de partijraad.
|
||
|
||
1. Het partijbureau kan kandidaten uitsluiten voor verkiezing op grond
|
||
dat:
|
||
|
||
1. de persoon niet voldoet aan de in [lid 2 van dit artikel](#) gestelde
|
||
eisen; en/of
|
||
|
||
1. de integriteit van deze persoon omstreden is, zoals bepaald
|
||
volgens het integriteitsprotocol van de vereniging.
|
||
|
||
1. De uitsluiting voor verkiezing of de weigering van benoeming wordt
|
||
schriftelijk en duidelijk gemotiveerd medegedeeld aan desbetreffende
|
||
persoon. Beroep tegen het besluit is mogelijk via de
|
||
beroepsprocedure.
|
||
|
||
1. Verdere richtlijnen omtrent de verkiezing van de partijraad kunnen worden
|
||
vastgelegd in het [verkiezingsbeleid](#).
|
||
|
||
## Artikel 8. De Partijraadsvergadering.
|
||
|
||
1. De partijraad komt ten minste vier maal per jaar bijeen,
|
||
en voorts zo vaak de partijraad of het partijbestuur dit wenselijk acht.
|
||
|
||
1. De partijraad kan door het partijbestuur bijeengeroepen worden, met
|
||
inachtneming van een termijn van zeven dagen.
|
||
|
||
1. De partijraad kan door de eigen leden bijeen worden geroepen.
|
||
Dit geschiedt middels een schriftelijke bijeenroeping die wordt
|
||
ondersteund door ten minste 20% van de leden van de partijraad.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur faciliteert, eventueel via het partijbureau,
|
||
samenkomsten van de partijraad.
|
||
Een toereikend deel van de landelijke partijkas wordt hiervoor toegekend.
|
||
|
||
1. De partijraad vergadert onder leiding van een eigen voorzitter. Deze
|
||
voorzitter wordt niet in functie gekozen, maar ter vergadering
|
||
door de vergadering uit haar midden gekozen.
|
||
|
||
1. De voorzitter van de partijraadsvergadering wordt bijgestaan door een of meerdere secretarissen.
|
||
Het partijbureau draagt zorg voor de beschikbaarheid van een of meerdere secretarissen.
|
||
|
||
1. Een voorstel voor de agenda voor de vergadering van de partijraad kan
|
||
door het partijbureau in samenspraak met de partijraad
|
||
en/of het partijbestuur worden opgemaakt.
|
||
|
||
1. De partijraadsvergadering stelt ter vergadering haar vergaderagenda vast.
|
||
|
||
1. Zaken met betrekking tot de vergaderorde van de partijraadsvergadering
|
||
worden door de partijraad vastgelegd in een [Reglement van Orde](#).
|
||
|
||
1. Leden van de partijraad stemmen mondeling, tenzij een lid van de
|
||
partijraad voorstelt schriftelijk te stemmen. De stemmen worden
|
||
geteld door de voorzitter en de secretaris van de vergadering.
|
||
De partijraad stemt hoofdelijk.
|
||
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk,
|
||
tenzij een lid van de partijraad aangeeft daar bezwaar tegen te hebben.
|
||
|
||
1. Een in de partijraadsvergadering door de voorzitter uitgesproken
|
||
oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Indien
|
||
echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid
|
||
daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats indien de
|
||
meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door deze nieuwe
|
||
stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke
|
||
stemming.
|
||
|
||
1. In geval van een even aantal stemmen, bijvoorbeeld door afwezigheid
|
||
van een of meerdere leden, mag het partijbestuur meestemmen met één
|
||
stem.
|
||
|
||
# Commissies, gremia en werkgroepen
|
||
|
||
## Artikel 9. Het Partijbestuur
|
||
|
||
1. Het partijbestuur is na de algemene vergadering en de partijraad
|
||
het hoogste orgaan van de partij.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur
|
||
van de partij.
|
||
|
||
1. De partijleider zit aan bij de bestuursvergaderingen, maar heeft
|
||
geen stemrecht. De partijleider heeft wel het recht om het
|
||
partijbestuur te adviseren over beslissingen.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur is belast met de taak om verantwoording af te
|
||
leggen over haar beleid en haar financiën aan de algemene
|
||
vergadering en aan de partijraad;
|
||
|
||
1. De verdere taken en verantwoordelijkheden van het partijbestuur omvatten in ieder geval:
|
||
|
||
1. Het financieel beheer van de vereniging. Het bestuur is, als
|
||
enige rechtspersoon in de vereniging, tevens verantwoordelijk
|
||
voor het financieel beheer van de afdelingen;
|
||
|
||
1. Het administratief beheer van de vereniging. Het bestuur is
|
||
verantwoordelijk voor het bijhouden van verslagen van bestuurs-
|
||
en ledenvergaderingen en eindverantwoordelijk voor de
|
||
ledenadministratie;
|
||
|
||
1. Het ondersteunen van afdelingen bij hun taken;
|
||
|
||
1. Het aangaan van landelijke allianties met landelijke
|
||
organisaties en stakeholders;
|
||
|
||
1. Het representeren van de vereniging en het uitdragen van de
|
||
politieke doelstellingen van de partij;
|
||
|
||
1. Het waar nodig instellen van commissies om taken binnen de
|
||
vereniging op te pakken;
|
||
|
||
1. Het toezien op een veilige werk- en verblijfsomgeving binnen de
|
||
partijgremia;
|
||
|
||
1. Het beslissen over deelname op lokaal niveau, conform artikel 19 van dit reglement;
|
||
|
||
1. Het adviseren over het programma en de kandidatenlijst voor gemeenteraadsverkiezingen;
|
||
|
||
1. Het opstellen en waarborgen van vrijwilligersbeleid;
|
||
|
||
1. Het instellen van ander beleid voor de vereniging.
|
||
|
||
1. De bepalingen omtrent de besluitvorming zijn in de [statuten](#)
|
||
vastgelegd.
|
||
|
||
1. Bestuursleden ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij
|
||
hebben wel recht op vergoeding van de kosten die zij voor hun
|
||
werkzaamheden hebben gemaakt. Het gaat hierbij om reiskosten, kosten
|
||
gemaakt in functie of een door de algemene vergadering vastgesteld
|
||
bedrag voor de onkostenvergoeding.
|
||
|
||
## Artikel 10. Benoeming, schorsing en ontslag
|
||
|
||
1. Leden van het partijbestuur worden benoemd, geschorst en ontslagen
|
||
door de algemene vergadering voor een periode van ten hoogste 2 jaar.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur bestaat uit tenminste drie leden.
|
||
In geval een bestuur uit minder dan drie leden bestaat,
|
||
wordt zo snel mogelijk een algemene vergadering belegd.
|
||
|
||
1. De samenstelling van het partijbestuur,
|
||
de functieverdeling binnen het partijbestuur en wijzigingen,
|
||
waaronder tijdelijke wijzigingen, in deze samenstelling
|
||
en functieverdeling worden aan de leden onverwijld gecommuniceerd.
|
||
|
||
1. Alle leden die niet geschorst zijn en langer dan 6 maanden lid zijn
|
||
van de vereniging ofwel aantoonbaar structureel actief zijn in de partij
|
||
kunnen zich kandidaat stellen voor het partijbestuur.
|
||
|
||
1. De kandideringsprocedure voor bestuursleden loopt via een
|
||
onafhankelijke kandidatencommissie, waarin geen mensen zitting
|
||
hebben die zich verkiesbaar stellen.
|
||
De kandidatencommissie kan ervoor kiezen kandidaten voor te dragen of niet voor te dragen.
|
||
In beide gevallen dient de kandidatencommissie hun besluit te onderbouwen.
|
||
|
||
1. Het aantal voor verkiezing beschikbare bestuurszetels wordt door de algemene ledenvergadering bepaald.
|
||
Het zittende dan wel vertrekkende bestuur heeft hierin een adviserende rol.
|
||
|
||
1. Kandidaten voor het partijbestuur zijn gekozen wanneer zij een
|
||
meerderheid van de uitgebrachte stemmen op de algemene vergadering
|
||
hebben behaald.
|
||
|
||
1. In geval dat er meer kandidaten worden verkozen dan
|
||
er bestuurszetels voor verkiezing beschikbaar zijn, geldt dat wie de meeste stemmen
|
||
heeft behaald gekozen is. Dit laatste geldt tevens in de situatie
|
||
dat meerdere kandidaten zich voor een specifieke bestuursfunctie
|
||
verkiesbaar hebben gesteld.
|
||
|
||
1. Verdere richtlijnen omtrent de verkiezing van het partijbestuur kunnen worden
|
||
beschreven in het [verkiezingsbeleid](#) van de partij.
|
||
|
||
1. Bij kandidering dient een kandidaat-bestuurslid een
|
||
integriteitsverklaring te overleggen aan het partijbureau.
|
||
|
||
1. Ontzetting van een bestuurslid uit het lidmaatschap en derhalve ook
|
||
uit het bestuurslidmaatschap geschiedt door het bestuur in geval van
|
||
ontslag van het bestuurslid verleend door het bestuur om gewichtige
|
||
redenen, waaronder ook het niet naar waarheid invullen van de
|
||
integriteitsverklaring, alsmede om redenen dat met het betreffende
|
||
lid van het bestuur structurele onenigheid van inzichten bestaat,
|
||
zich een onverenigbaarheid van belangen voordoet of het betreffende
|
||
lid onvoldoende functioneert, waarbij het betrokken bestuurslid bij
|
||
het desbetreffende besluit geen stemrecht kan uitoefenen.
|
||
|
||
1. Als de andere bestuursleden een bestuurslid willen schorsen, kunnen
|
||
zij bij het besluit om een bestuurslid te schorsen advies vragen aan
|
||
de geschillencommissie.
|
||
|
||
1. Opzeggen van het lidmaatschap van de partij leidt altijd tot ontslag
|
||
uit het partijbestuur.
|
||
|
||
# Commissies, gremia en werkgroepen
|
||
|
||
## Artikel 11. Commissies, gremia en werkgroepen
|
||
|
||
1. Het partijbestuur, de partijraad en de afdelingsbesturen zijn bevoegd om onder hun
|
||
verantwoordelijkheid commissies, gremia en werkgroepen in te stellen.
|
||
|
||
1. Het orgaan onder wiens verantwoordelijkheid de commissie, het gremium of de werkgroep valt heeft als taak het:
|
||
|
||
1. benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van de commissie, het gremium of de werkgroep;
|
||
|
||
1. formuleren, het vaststellen en het in samenspraak met leden van
|
||
de commissie, het gremium of de werkgroep herzien van de opdracht aan een commissie, gremium of werkgroep;
|
||
|
||
1. het controleren van de uitvoering van hetgeen in de
|
||
opdracht is bepaald;
|
||
|
||
1. vaststellen van de financiële bevoegdheid van de de commissie, het gremium of de werkgroep;
|
||
|
||
1. in samenspraak met de commissie, het gremium of de werkgroep het opheffen van de commissie, het gremium of de werkgroep.
|
||
|
||
1. Over de uitvoering van hun opdracht legt de commissie, het gremium of de werkgroep verantwoording
|
||
af aan het orgaan onder wiens verantwoordelijkheid ze valt.
|
||
|
||
1. In een kandidatencommissie voor welke verkiezing dan ook, kan geen
|
||
lid plaatsnemen dat zich tevens kandidaat stelt voor de betreffende
|
||
verkiezing.
|
||
|
||
1. De zittingstermijn en besluitvormingsmodellen van de commissie,
|
||
het gremium of de werkgroep worden in de opdracht vastgesteld.
|
||
|
||
# Het Partijbureau
|
||
|
||
## Artikel 12. Het Partijbureau
|
||
|
||
1. Het partijbureau is een uitvoerend orgaan van de partij.
|
||
Zij valt onder de verantwoordelijkheid van — en handelt in naam van het partijbestuur.
|
||
|
||
1. Het partijbureau draagt onder meer zorg voor:
|
||
|
||
1. de ledenadministratie;
|
||
|
||
1. de inkomende en uitgaande post van de partij;
|
||
|
||
1. de vrijwilligerscontracten en -administratie;
|
||
|
||
1. de donatie-administratie;
|
||
|
||
1. de administratie omtrent merchandise en de uitgifte van
|
||
merchandise;
|
||
|
||
1. het ondersteunen van het partijbestuur in diens werkzaamheden;
|
||
|
||
1. het organiseren en begeleiden van de verkiezingen van het
|
||
partijbestuur en de partijraad;
|
||
|
||
1. het ondersteunen van de partijraad in alle administratieve en
|
||
overige ondersteunende werkzaamheden.
|
||
|
||
## Artikel 13. Benoeming, schorsing en ontslag
|
||
|
||
1. De leden van het partijbureau worden benoemd, geschorst en ontslagen
|
||
door het partijbestuur.
|
||
|
||
1. Bij benoeming wordt een verwerkingsovereenkomst afgesloten.
|
||
|
||
1. Ontslag volgt bij het schenden van de verwerkingsovereenkomst, bij
|
||
onverenigbaarheid van belangen, of in geval de betreffende
|
||
vrijwilliger onvoldoende functioneert. Het partijbestuur kan om
|
||
dezelfde redenen een schorsing opleggen aan een lid van het
|
||
partijbureau.
|
||
|
||
1. Opzeggen van het lidmaatschap van de partij leidt altijd tot ontslag
|
||
uit het partijbureau.
|
||
|
||
# De Afdeling
|
||
|
||
## Artikel 14. Oprichting en begrenzing van een Afdeling
|
||
|
||
1. Leden uit eenzelfde gebied kunnen zich verenigen om schriftelijk de
|
||
status ‘afdeling in oprichting’ aan te vragen bij het partijbestuur.
|
||
De eisen van deze aanvraag worden door het partijbestuur
|
||
vastgesteld.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur besluit over de aanvraag. De status wordt
|
||
schriftelijk door het partijbestuur verleend en hiervan wordt de
|
||
partijraad op de eerstvolgende vergadering op de hoogte gebracht.
|
||
|
||
1. Om een volwaardige afdeling te worden, voldoet de afdeling in
|
||
oprichting aan deze eisen:
|
||
|
||
1. de afdeling in oprichting bestaat uit tenminste 25 leden die
|
||
binnen het gebied van de afdeling wonen;
|
||
|
||
1. de afdeling in oprichting heeft een afdelingsbestuur gekozen van
|
||
tenminste 3 leden, dat functioneert conform de bepalingen in
|
||
in het huishoudelijk reglement en de statuten van de partij;
|
||
|
||
1. de afdeling in oprichting dient een bestuursplan in binnen 30
|
||
dagen na de afdelingsvergadering waarop het bestuur is verkozen;
|
||
|
||
1. aan het partijbestuur bewezen hebben te kunnen voldoen aan de
|
||
vereisten in het huishoudelijk reglement en de statuten van de partij.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur besluit over de erkenning als volwaardige afdeling
|
||
binnen een half jaar na het verlenen van de status ‘afdeling in
|
||
oprichting’, maar kan deze termijn met een half jaar verlengen. Het
|
||
partijbestuur kan ook beslissen de status te beëindigen en dus de
|
||
afdeling in oprichting te ontbinden.
|
||
|
||
1. Alleen een afdeling in oprichting en een volwaardige afdeling hebben
|
||
het recht het beeldmerk en de naam van de partij te gebruiken.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt de fysieke grenzen van een afdeling vast.
|
||
|
||
## Artikel 15. Opheffing van een Afdeling
|
||
|
||
1. Het partijbestuur beslist over de opheffing van een afdeling indien
|
||
deze niet meer aan de in dit reglement en/of [statuten](#) gestelde taken
|
||
en eisen voldoet.
|
||
|
||
1. Wanneer het partijbestuur beslist de afdeling op te heffen dient zij
|
||
hierover het afdelingsbestuur schriftelijk te informeren.
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur belegt vervolgens een afdelingsvergadering.
|
||
Hierbij wordt het partijbestuur uitgenodigd. De afdelingsvergadering
|
||
wordt dan in de gelegenheid gesteld om verbeteringsvoorstellen te
|
||
doen waardoor de afdeling alsnog aan de in dit reglement en/of
|
||
[statuten](#) gestelde taken en eisen zal kunnen voldoen.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur zal in haar eerstvolgende vergadering daarna een
|
||
definitief besluit nemen. De leden van een afdeling zullen hierover
|
||
schriftelijk worden geïnformeerd.
|
||
|
||
# De Afdelingsvergadering
|
||
|
||
## Artikel 16. De Afdelingsvergadering
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering is het hoogste orgaan binnen de afdeling.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering komt tenminste eenmaal per jaar samen en voorts zo vaak
|
||
het afdelingsbestuur dit wenselijk acht.
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur roept de afdelingsvergadering bijeen en stelt
|
||
een voorstel voor een agenda op.
|
||
|
||
1. Alle leden die woonachtig zijn binnen het
|
||
afdelingsgebied worden minstens twee weken van tevoren geïnformeerd
|
||
over locatie, tijd en de voorgestelde agenda.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering stelt ter vergadering haar eigen vergaderagenda vast.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering vergadert onder leiding van
|
||
een ter vergadering gekozen presidium.
|
||
Dit presidium bestaat onder meer uit de voorzitter van de vergadering.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering is toegankelijk voor alle leden van de
|
||
afdeling. Hiertoe worden tijdig stappen ondernomen voor bijvoorbeeld
|
||
schrijf- en gebarentolken, toegankelijke visuele presentaties, en
|
||
andere benodigdheden. Een toereikend deel van de landelijke
|
||
partijkas wordt hiervoor toegekend.
|
||
|
||
1. Van afdelingsvergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld.
|
||
Het verslag wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering
|
||
schriftelijk aan de leden van de afdeling, het partijbestuur,
|
||
het partijbureau en de partijraad toegezonden.
|
||
Het verslag wordt op de eerstvolgende afdelingsvergadering
|
||
ter goedkeuring voorgelegd aan de leden.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering kan door leden van een afdeling bijeen geroepen worden.
|
||
Dit geschiedt via een schriftelijke bijeenroeping die wordt ondersteund door
|
||
tenminste 25 leden of door tenminste 10% van de leden van de afdeling,
|
||
waarbij het laagste aantal telt.
|
||
De agenda voor deze afdelingsvergadering bevat in ieder geval
|
||
het door deze leden aan de orde gestelde punt.
|
||
|
||
1. De leden die woonachtig zijn binnen het afdelingsgebied kunnen
|
||
vooraf aan de vergadering en ter vergadering agendapunten
|
||
voorstellen.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering controleert het afdelingsbestuur en de
|
||
gemeenteraadsfractie in hun taken en activiteiten.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering stelt de kandidatenlijst en het
|
||
verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen vast.
|
||
|
||
1. De afdelingsvergadering beslist over deelname aan het college van
|
||
Burgemeester en Wethouders op basis van het in de onderhandelingen
|
||
bereikte coalitieakkoord en kennis over de door het afdelingsbestuur
|
||
en gemeenteraadsfractie voorgestelde kandidaat-wethouder(s).
|
||
|
||
## Artikel 17. Besluitvorming
|
||
|
||
1. Stemmingen worden mondeling gehouden, tenzij een lid een
|
||
schriftelijke stemming aanvraagt of de voorzitter een schriftelijke
|
||
stemming gewenst acht. Bij schriftelijke stemming zal uit de
|
||
aanwezige leden een stemcommissie samengesteld worden die zal
|
||
toezien op het tellen van de stemmen. Over personen wordt altijd
|
||
schriftelijk gestemd.
|
||
|
||
1. Blanco stemmen en ongeldig uitgebrachte stemmen worden beschouwd als
|
||
te zijn van onwaarde en worden bij het bepalen van een meerderheid
|
||
niet meegeteld.
|
||
|
||
1. Besluiten worden genomen door een gewone meerderheid van stemmen,
|
||
tenzij in de [statuten](#) of dit reglement anders staat aangegeven.
|
||
Indien de stemmen staken, dan wordt er opnieuw gestemd.
|
||
Staken de stemmen nogmaals, dan beslist het lot.
|
||
|
||
1. Leden die niet bij een vergadering aanwezig kunnen zijn, hebben het
|
||
recht een ander lid te machtigen om namens hen te stemmen. Hiervoor
|
||
moet een schriftelijke machtiging opgesteld worden door het lid wat
|
||
het gemachtigde lid bij zich moet hebben op de vergadering. Een lid
|
||
mag namens maximaal twee andere leden een stem uitbrengen.
|
||
|
||
# Het Afdelingsbestuur
|
||
|
||
## Artikel 18. Het Afdelingsbestuur
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur is na de afdelingsvergadering het hoogste orgaan binnen de afdeling.
|
||
Zij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de afdeling.
|
||
|
||
1. De afdeling gaat uitsluitend over beleid dat inhoudelijk en fysiek
|
||
van toepassing is op zaken binnen de grenzen van het
|
||
afdelingsgebied.
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur heeft onder meer de volgende taken:
|
||
|
||
1. Het lokaal representeren van BIJ1 en het uitdragen van de
|
||
politieke doelstellingen van de partij;
|
||
|
||
1. Het ontplooien van activiteiten binnen het afdelingsgebied voor
|
||
zowel leden als andere geïnteresseerden;
|
||
|
||
1. Het afleggen van verantwoording over haar beleid en financiën
|
||
aan het partijbestuur en de leden van de afdeling.
|
||
Het partijbestuur bepaalt de vorm van- en de eisen
|
||
omtrent de verantwoording aan het partijbestuur.
|
||
|
||
1. In overleg met het landelijk bestuur, deelnemen aan verkiezingen
|
||
die in het afdelingsgebied zijn uitgeschreven;
|
||
|
||
1. In het geval van verkiezingen het opstellen van het programma en
|
||
de kandidatenlijst en het inwinnen van advies over het opstellen
|
||
van het programma en de kandidatenlijst bij het partijbestuur;
|
||
|
||
1. Het ondersteunen en controleren van de gemeenteraadsfractie
|
||
door regelmatige gesprekken op de hoogte te blijven
|
||
van de politieke activiteiten van de gemeenteraadsfractie.
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur heeft daarnaast de bevoegdheid tot:
|
||
|
||
1. Het aangaan van lokale allianties met lokale organisaties en
|
||
lokale stakeholders, mits op thema’s die voor de partij en de
|
||
leden in het afdelingsgebied belangrijk zijn;
|
||
|
||
1. Het instellen en ontbinden van lokale commissies en lokale
|
||
werkgroepen, zoals een kandidatencommissie.
|
||
|
||
## Artikel 19. Benoeming, schorsing en ontslag
|
||
|
||
1. Leden van het afdelingsbestuur worden verkozen door de
|
||
afdelingsvergadering.
|
||
Leden van het afdelingsbestuur worden verkozen,
|
||
geschorst en ontslagen door de afdelingsvergadering.
|
||
Afdelingsbestuurders worden gekozen voor een periode van ten hoogste twee jaar.
|
||
|
||
1. Een afdelingsbestuur bestaat uit tenminste drie leden.
|
||
In geval een bestuur uit minder dan drie leden bestaat,
|
||
wordt zo snel mogelijk een afdelingsvergadering belegd.
|
||
|
||
1. Alle leden van de afdeling die langer dan 6 maanden lid zijn van —
|
||
of structureel actief zijn voor de partij,
|
||
kunnen zich kandidaat stellen voor het afdelingsbestuur.
|
||
|
||
1. Het aantal voor verkiezing beschikbare bestuurszetels wordt door de afdelingsvergadering bepaald.
|
||
Het zittende danwel vertrekkende afdelingsbestuur heeft hierin een adviserende rol.
|
||
|
||
1. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester worden door
|
||
en uit het midden van het gekozen bestuur benoemd,
|
||
tenzij de afdelingsvergadering ervoor kiest deze bestuursleden in functie te benoemen.
|
||
|
||
1. Kandidaten voor het afdelingsbestuur zijn gekozen wanneer zij een meerderheid
|
||
van de uitgebrachte stemmen op de afdelingsvergadering hebben behaald.
|
||
In geval dat er meer kandidaten verkozen worden dan
|
||
er bestuurszetels vacant zijn, geldt dat wie de meeste stemmen
|
||
heeft behaald gekozen is. Dit laatste geldt tevens in de situatie
|
||
dat meerdere kandidaten zich voor een specifieke bestuursfunctie
|
||
verkiesbaar hebben gesteld.
|
||
|
||
1. De samenstelling van het afdelingsbestuur, de functieverdeling
|
||
binnen het afdelingsbestuur en wijzigingen in deze samenstelling en
|
||
functieverdeling worden aan de leden van de afdeling, het partijbestuur,
|
||
het partijbureau en de partijraad onverwijld gecommuniceerd.
|
||
|
||
1. Het einde van het lidmaatschap van de partij leidt altijd tot ontslag uit het afdelingsbestuur.
|
||
|
||
1. Leden van het afdelingsbestuur kunnen geschorst of ontslagen worden door het partijbestuur.
|
||
|
||
1. De kandideringsprocedure voor afdelingsbestuursleden loopt via een
|
||
onafhankelijke kandidatencommissie, waarin geen mensen zitting
|
||
hebben die zich verkiesbaar stellen.
|
||
|
||
1. Kandidaten voor het afdelingsbestuur worden voorgedragen door de
|
||
kandidatencommissie. De kandidatencommissie kan ervoor kiezen
|
||
kandidaten niet voor te dragen. In beide gevallen dient de
|
||
kandidatencommissie hun besluit te onderbouwen.
|
||
|
||
1. Verdere richtlijnen omtrent de verkiezing van afdelingsbestuursleden
|
||
kunnen worden beschreven in het [verkiezingsbeleid](#) van de partij.
|
||
|
||
## Artikel 20. Vergadering en Besluitvorming
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur besluit met een gewone meerderheid van
|
||
stemmen. Voor een stemming moet een gewone meerderheid van de
|
||
afdelingsbestuursleden een stem uitbrengen.
|
||
|
||
1. Bij de vergadering van het afdelingsbestuur zijn enkel welkom de
|
||
leden van het afdelingsbestuur en gasten die schriftelijk namens ten
|
||
minste twee leden van het afdelingsbestuur zijn uitgenodigd.
|
||
|
||
1. De partij kent geen aspirant-bestuursleden en mensen die het bestuur
|
||
ondersteunen hebben geen stemrecht in bestuursvergaderingen, noch
|
||
kunnen zij het bestuur vertegenwoordigen.
|
||
|
||
# Deelname aan verkiezingen
|
||
|
||
## Artikel 21. Verkiezingen algemeen
|
||
|
||
1. Een kandidaat die verkozen wordt in de Provinciale Staten,
|
||
het Europees Parlement, de Eerste Kamer of de Tweede Kamer
|
||
kan niet daarnaast lid zijn van het partijbestuur.
|
||
|
||
1. Op voordracht van het partijbestuur beslist de partijraad over deelname aan
|
||
Provinciale Statenverkiezingen, Europese verkiezingen,
|
||
Eerste Kamerverkiezingen en Tweede kamerverkiezingen.
|
||
|
||
1. Op voordracht van het partijbestuur beslist de partijraad over deelname aan
|
||
alle overige verkiezingen.
|
||
|
||
1. Naast hetgeen vastgelegd is in het huishoudelijk reglement
|
||
worden verdere richtlijnen omtrent verkiezingen
|
||
vastgelegd in het [verkiezingsbeleid](#) van de vereniging.
|
||
|
||
## Artikel 22. Deelname aan Europese verkiezingen
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt een kandidatencommissie en een
|
||
programmacommissie in om namens het partijbestuur een
|
||
kandidatenlijst en programma op te stellen.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt aan de leden van de partij een
|
||
kandidatenlijst en programma voor. De algemene vergadering gaat
|
||
over de vaststelling van de kandidatenlijst en het programma.
|
||
|
||
1. Ieder lid kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór
|
||
de datum en op de wijze die het partijbestuur daarvoor vaststelt.
|
||
|
||
1. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het partijbestuur op
|
||
de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.
|
||
|
||
## Artikel 23. Deelname aan Tweede Kamerverkiezingen
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt een kandidatencommissie en een
|
||
programmacommissie in om namens het partijbestuur een
|
||
kandidatenlijst en programma op te stellen.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt aan de leden van de partij een
|
||
kandidatenlijst en programma voor. De algemene vergadering gaat over
|
||
de vaststelling van de kandidatenlijst en het programma.
|
||
|
||
1. Ieder lid kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór
|
||
de datum en op de wijze die het partijbestuur daarvoor vaststelt.
|
||
|
||
1. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het partijbestuur op
|
||
de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.
|
||
|
||
## Artikel 24. Deelname aan Eerste Kamerverkiezingen
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt een kandidatencommissie in om namens het
|
||
partijbestuur een kandidatenlijst op te stellen.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt aan de leden van de partij een
|
||
kandidatenlijst voor. De algemene vergadering gaat over de
|
||
vaststelling van de kandidatenlijst.
|
||
|
||
1. Ieder lid kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór
|
||
de datum en op de wijze die het partijbestuur daarvoor vaststelt.
|
||
|
||
1. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het partijbestuur op
|
||
de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.
|
||
|
||
## Artikel 25. Deelname aan Provinciale Statenverkiezingen
|
||
|
||
1. Bij deelname, stelt het partijbestuur een kandidatencommissie en een
|
||
programmacommissie waarvan de leden uitsluitend woonachtig zijn in
|
||
de betreffende provincie. Deze commissies stellen een
|
||
kandidatenlijst en een programma op.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt aan de leden, woonachtig binnen de
|
||
desbetreffende provincie, een kandidatenlijst en programma voor op
|
||
een vergadering die wordt belegd met de leden die woonachtig zijn in
|
||
de provincie. Deze provinciale vergadering wordt voorgezeten door
|
||
het partijbestuur en beslist over de vaststelling van
|
||
de kandidatenlijst en het programma.
|
||
|
||
1. Ieder lid dat woonachtig is in de desbetreffende provincie kan zich
|
||
aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum en op de
|
||
wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt.
|
||
|
||
1. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet op de kandidatenlijst
|
||
wordt geplaatst, kan dit lid beroep aantekenen.
|
||
|
||
## Artikel 26. Deelname aan Waterschapsverkiezingen
|
||
|
||
1. Afdelingen gevestigd binnen een of meer waterschappen kunnen aan het
|
||
partijbestuur vragen om onder de naam van BIJ1 mee te doen aan
|
||
verkiezingen binnen een of meer van die waterschappen. Het
|
||
partijbestuur beoordeelt deze aanvraag en kan voorwaarden stellen
|
||
aan de afdeling(en) voor deelname aan verkiezingen. Het
|
||
partijbestuur zal beoordelen aan de hand van de volgende zaken:
|
||
|
||
1. De hoeveelheid actieve leden binnen de waterschappen die de
|
||
afdeling strekt, en of zij kennis en enthousiasme hebben voor de
|
||
waterschappen;
|
||
|
||
1. De status van de afdeling(en). Alleen een volwaardige afdeling
|
||
kan toestemming krijgen van het partijbestuur om onder de naam
|
||
BIJ1 deel te nemen aan verkiezingen;
|
||
|
||
1. Strategische overwegingen, apart bepaald per waterschap.
|
||
|
||
1. Verschillende afdelingen kunnen, als zij een waterschap delen,
|
||
kiezen om samen mee te doen aan deze verkiezingen. Afdelingen mogen
|
||
afzien van gezamenlijke deelname, maar afdelingen mogen niet
|
||
tegelijkertijd apart meedoen aan de verkiezingen voor dit
|
||
waterschap.
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur(en) stelt een verkiezingsprogramma op voor de
|
||
waterschappen waar zij aan mee doen en stelt de kandidatenlijst open
|
||
voor mensen die zich hiervoor willen aanmelden.
|
||
|
||
1. Kandidaten moeten woonachtig zijn in het waterschap waar zij
|
||
zich voor aanmelden;
|
||
|
||
1. Ieder lid dat woonachtig is in dit gebied mag zich aanmelden om
|
||
op de kandidatenlijst te staan, op de methode bepaald door het
|
||
afdelingsbestuur(en) en voor de einddatum;
|
||
|
||
1. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het
|
||
afdelingsbestuur(en) op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan
|
||
dit lid beroep aantekenen.
|
||
|
||
1. Wanneer kandidaten in het waterschap worden verkozen, dienen zij
|
||
over hun activiteiten verantwoording af te leggen aan het
|
||
afdelingsbestuur(en) en de afdelingsvergadering.
|
||
|
||
1. Een kandidaat die verkozen wordt in het waterschap kan niet
|
||
daarnaast lid zijn van het betreffende afdelingsbestuur(en).
|
||
|
||
## Artikel 27. Deelname aan Gemeenteraadsverkiezingen
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur vraagt allereerst aan het partijbestuur
|
||
toestemming om onder de naam van BIJ1 te mogen deelnemen aan de
|
||
gemeenteraadsverkiezingen. Het partijbestuur beoordeelt deze
|
||
aanvraag en kan voorwaarden stellen aan de afdeling voor deelname
|
||
aan verkiezingen. Het partijbestuur zal beoordelen aan de hand van
|
||
de volgende zaken:
|
||
|
||
1. De mate waarin leden en geïnteresseerden betrokken en
|
||
geactiveerd worden bij de activiteiten van de afdeling;
|
||
|
||
1. De status van de afdeling. Alleen een volwaardige afdeling kan
|
||
toestemming krijgen van het partijbestuur om onder de naam BIJ1
|
||
deel te nemen aan verkiezingen;
|
||
|
||
1. Strategische overwegingen.
|
||
|
||
1. Het afdelingsbestuur stelt vervolgens aan de leden die woonachtig
|
||
zijn in het afdelingsgebied een kandidatenlijst en programma voor.
|
||
De afdelingsvergadering gaat over de vaststelling van de
|
||
kandidatenlijst en het programma.
|
||
|
||
1. Ieder lid dat woonachtig is in het desbetreffende afdelingsgebied
|
||
kan zich aanmelden om op de kandidatenlijst te staan, vóór de datum
|
||
en op de wijze die het afdelingsbestuur daarvoor vaststelt.
|
||
|
||
1. Als een lid dat zich kandidaat stelt, niet door het afdelingsbestuur
|
||
op de kandidatenlijst wordt geplaatst, kan dit lid beroep
|
||
aantekenen.
|
||
|
||
1. Wanneer kandidaten in de gemeenteraad worden verkozen, dienen zij
|
||
over hun activiteiten verantwoording af te leggen aan het
|
||
afdelingsbestuur en de afdelingsvergadering.
|
||
|
||
1. Een kandidaat die verkozen wordt in de gemeenteraad kan niet
|
||
daarnaast lid zijn van het betreffende afdelingsbestuur.
|
||
|
||
## Artikel 28. Afdrachtregeling
|
||
|
||
1. De vereniging kent een afdrachtregeling. Deze wordt vastgesteld door
|
||
de algemene vergadering.
|
||
|
||
1. De afdrachtregeling mag nooit tot gevolg hebben dat een gekozen
|
||
persoon financieel in de knel komt.
|
||
|
||
1. Bij gemeenteraadsverkiezingen ziet het desbetreffende afdelingsbestuur
|
||
er op toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst
|
||
zich schriftelijk committeert aan de afdrachtregeling.
|
||
|
||
1. Bij Provinciale Statenverkiezingen, Europese verkiezingen,
|
||
Eerste Kamerverkiezingen en Tweede kamerverkiezingen
|
||
ziet het partijbestuur erop toe dat iedere kandidaat
|
||
op de desbetreffende kandidatenlijst
|
||
zich schriftelijk committeert aan de afdrachtregeling.
|
||
|
||
1. Bij waterschapsverkiezingen zien de desbetreffende afdelingsbestuur(en)
|
||
erop toe dat iedere kandidaat op de kandidatenlijst
|
||
zich schriftelijk ommitteert aan de afdrachtregeling.
|
||
|
||
1. Voor alle overige kandidaten ziet het landelijk bestuur erop toe dat zij
|
||
zich schriftelijk committeren aan de afdrachtregeling.
|
||
|
||
1. De uit de afdrachtregeling verkregen middelen komen ten goede aan partij.
|
||
|
||
# Representatie
|
||
|
||
## Artikel 29. Representatie
|
||
|
||
1. In lijn met de politieke doelen van de partij om actieve deelname en
|
||
vertegenwoordiging van mensen uit gemarginaliseerde posities te
|
||
bevorderen, voert het partijbestuur actief beleid omtrent
|
||
representatie.
|
||
|
||
1. In het beleid omtrent representatie kan het bestuur gebruik maken
|
||
van quota en voorkeursbeleid.
|
||
|
||
1. Het beleid omtrent participatie focust daarnaast op interne scholing
|
||
en (sociale) veiligheid.
|
||
|
||
# Veiligheid en geschillen
|
||
|
||
## Artikel 30. Privacy en digitale veiligheid
|
||
|
||
Alle zaken omtrent privacy en digitale veiligheid worden vastgelegd in
|
||
het [AVG-beleid](#) van de vereniging, conform geldende wetgeving. Dit beleid
|
||
wordt door het partijbestuur vastgelegd.
|
||
|
||
## Artikel 31. Veiligheid en gedragscode
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt een [gedragscode](#) in die van toepassing is op
|
||
alle leden van de vereniging en waarop ieder lid kan worden
|
||
aangesproken.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt naast de gedragscode [Safer Space-richtlijnen](#)
|
||
op die de veiligheid voor een ieder zoveel mogelijk waarborgen bij
|
||
alle organisatie samenkomsten en samenwerkingen. Deze zijn ook van
|
||
toepassing bij publieke evenementen en worden actief met de leden en
|
||
bezoekers gedeeld.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur ziet toe op naleving van de gedragscode en de
|
||
Safer Space-richtlijnen.
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt meerdere vertrouwenspersonen aan die voor
|
||
alle leden bereikbaar zijn bij overtreding van de gedragscode of de
|
||
Safer Space-richtlijnen. Contactgegevens van de vertrouwenspersonen
|
||
worden via interne communicatie bekendgemaakt.
|
||
|
||
1. De gedragscode en Safer Space-richtlijnen zijn te allen tijde op de
|
||
[website van de partij](#) beschikbaar.
|
||
|
||
## Artikel 32. Geschillen
|
||
|
||
1. Het partijbestuur stelt een geschillencommissie in met als taak op
|
||
een onafhankelijke, betrouwbare en objectieve wijze geschillen te
|
||
beslechten, onderzoek te doen en advies uit te brengen over klachten
|
||
en beroepingen.
|
||
|
||
1. De leden van deze commissie worden door het partijbestuur benoemt,
|
||
geschorst en ontslagen. Benoeming geschiedt bij voorkeur op
|
||
voordracht door een hiervoor aangestelde selectiecommissie of de
|
||
partijraad.
|
||
|
||
1. De procedures omtrent geschillen en klachten staan omschreven in het
|
||
[Reglement Geschillencommissie](#). Het Reglement Geschillencommissie
|
||
wordt vastgesteld door het partijbestuur.
|
||
|
||
# Dubbellidmaatschap
|
||
|
||
## Artikel 33. Dubbellidmaatschap
|
||
|
||
1. Dubbellidmaatschap van meerdere politieke partijen is niet
|
||
toegestaan voor leden van afdelingsbesturen, de partijraad, het
|
||
partijbestuur en het partijbureau, commissies en voor leden die
|
||
plaatsnemen op een kandidatenlijst van de vereniging. Onder
|
||
politieke partijen wordt verstaan: partijen die bij de Kiesraad als
|
||
zodanig geregistreerd zijn en diens jongerenorganisaties.
|
||
|
||
1. In geval van dubbellidmaatschap zoals bepaald in dit artikel volgt
|
||
onmiddellijk verval van de benoeming dan wel verkiezing van de
|
||
desbetreffende persoon.
|
||
|
||
1. Verzwijging van dubbellidmaatschap in gevallen zoals bepaald in dit
|
||
artikel vormt een grond voor opzegging van het lidmaatschap door het
|
||
partijbestuur, omdat niet redelijkerwijs van het partijbestuur kan
|
||
worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren, zoals bepaald
|
||
in [artikel 7 van de statuten](#).
|
||
|
||
# Beroepsprocedure
|
||
|
||
## Artikel 34. Beroepen
|
||
|
||
1. (Kandidaat-)leden van de vereniging kunnen in beroep gaan tegen:
|
||
|
||
1. de weigering of beëindiging van lidmaatschap;
|
||
|
||
1. een beslissing bij kandidatenprocedures, zoals de weigering een
|
||
persoon op een kandidatenlijst te plaatsen, of zoals de
|
||
uitsluiting van verkiezing voor een bestuur of de partijraad;
|
||
|
||
1. geschillen omtrent de afdrachtregeling.
|
||
|
||
1. Afdelingsbesturen van de vereniging kunnen in beroep gaan tegen:
|
||
|
||
1. besluiten aangaande de opheffing van afdelingen, zoals
|
||
beschreven in [artikel 4, lid 4](#);
|
||
|
||
1. besluiten aangaande deelname aan gemeenteraadsverkiezingen,
|
||
zoals beschreven in [artikel 8, lid 5, sub h](#) en
|
||
[artikel 19, lid 1](#).
|
||
|
||
1. Het beroep wordt schriftelijk en gemotiveerd ingediend bij het
|
||
orgaan dat het beroep behandelt.
|
||
|
||
1. Dit orgaan hoort degene(n) die de betreffende beslissing hebben
|
||
genomen, alsook degene die het beroep heeft ingediend tegen die
|
||
beslissing.
|
||
|
||
1. Na beide partijen gehoord te hebben, brengt het betreffende orgaan
|
||
een advies uit aan het partijbestuur aangaande de in beroep
|
||
gebrachte beslissing. Het partijbestuur maakt vervolgens een besluit
|
||
over het beroep, dat aan beide partijen schriftelijk wordt
|
||
toegestuurd.
|
||
|
||
1. Indien het partijbestuur een commissie heeft benoemd voor de
|
||
behandeling van beroepen, wordt onder [lid 2](#) en [3](#) deze commissie
|
||
bedoeld. In het geval het bestuur geen commissie heeft benoemd voor
|
||
de behandeling van beroepen, wordt de behandeling van beroepen
|
||
gedaan door het partijbestuur zelf.
|
||
|
||
1. De verdere procedures en termijnen omtrent beroepen staan omschreven
|
||
in het [Reglement Geschillencommissie](#).
|
||
|
||
# Slotbepalingen
|
||
|
||
## Artikel 35. Inzien door leden
|
||
|
||
1. De [statuten](#) en het huishoudelijk reglement zijn te allen tijde op de [website van de partij](#)
|
||
beschikbaar.
|
||
|
||
## Artikel 36. Besluitvorming
|
||
|
||
1. Indien niet anders bepaald in de statuten of in dit huishoudelijk reglement
|
||
worden bij stemmingen blanco stemmen en ongeldig uitgebrachte stemmen
|
||
beschouwd als te zijn van onwaarde en bij het bepalen
|
||
van een meerderheid niet meegeteld.
|
||
|
||
1. Indien niet anders bepaald in de statuten of in dit huishoudelijk reglement
|
||
worden besluiten genomen met een gewone meerderheid van stemmen.
|
||
|
||
## Artikel 37. Aanpassing en afwijking van het reglement
|
||
|
||
1. De partijraad en de algemene vergadering hebben het recht het huishoudelijk reglement te wijzigen.
|
||
Geen andere organen dan de partijraad en de algemene vergadering hebben dit recht.
|
||
|
||
1. Een besluit tot wijziging van het huishoudelijk reglement kan
|
||
door de partijraad slechts worden genomen in een vergadering
|
||
waarin ten minste 2/3 van de stemgerechtigde leden
|
||
aanwezig of vertegenwoordigd is.
|
||
|
||
1. Aanpassing van het huishoudelijk reglement geschiedt enkel
|
||
met tweederde meerderheid van de stemmen.
|
||
|
||
1. De algemene vergadering heeft het recht middels een gewone meerderheid
|
||
een wijziging van het huishoudelijk reglement door de partijraad ongedaan te maken.
|
||
Hiertoe dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij het partijbestuur
|
||
dat wordt ondersteund door tenminste 50 leden.
|
||
|
||
1. Om een wijzigingsvoorstel tijdens een bijeenkomst van de algemene vergadering in
|
||
stemming te brengen dient hiertoe een schriftelijk
|
||
verzoek te worden ingediend bij het partijbestuur dat wordt
|
||
ondersteund door tenminste 50 leden.
|